Rechtsbescherming tegen bestuurshandelen in Nederland, Noorwegen en Zweden
Einde inhoudsopgave
Rechtsbescherming tegen bestuurshandelen (SteR nr. 2) 2011/II.4.3.1.3:4.3.1.3 Eigen belang
Rechtsbescherming tegen bestuurshandelen (SteR nr. 2) 2011/II.4.3.1.3
4.3.1.3 Eigen belang
Documentgegevens:
L.A. Kjellevold Hoegee, datum 01-07-2011
- Datum
01-07-2011
- Auteur
L.A. Kjellevold Hoegee
- JCDI
JCDI:ADS576038:1
- Vakgebied(en)
Rechtswetenschap / Algemeen
Bestuursprocesrecht / Algemeen
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
Zie ter illustratie ABRvS 28 februari 2000, AB 2000, 188, m.nt. MSV en ABRvS 20 maart 2002, JB 2002, 122.
JV 2004, 344, m.nt. BKO.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Het moet een eigen belang betreffen. Zonder machtiging kan men in de regel niet voor de belangen van anderen kan opkomen.1 Zo is de echtgenoot van de aanvrager van een verblijfsvergunning niet aan te merken als belanghebbende in de verblijfsprocedure van zijn echtgenote. Zie evenwel de uitspraak van de Afdeling van 22 juni 2004,2 inzake een aanvraag om machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) ten behoeve van drie kinderen van in Nederland wonende ouders. De Afdeling is van oordeel dat ook de ouders in de mvv-procedure als belanghebbende zijn aan te merken. De mvv-procedure beoogt gezinshereniging tussen de kinderen en ouders te realiseren. Zoals in de noot onder deze uitspraak wordt opgemerkt, is het belang van de ouders in deze situatie dan ook min of meer te vereenzelvigen met het belang van hun kinderen.