RvdW 2021/855
Diefstal van konijnen uit dierenfokkerij door dierenactivist, art. 310 Sr. Afwijzing van bij appelschriftuur gedaan, ttz. in h.b. gehandhaafd en op latere tz. in h.b. herhaald verzoek tot horen van aangeefster ter onderbouwing van beroep op noodtoestand en (psychische) overmacht, omdat verdachte niet in zijn verdedigingsbelang is geschaad door het niet horen van getuige. In ’s hofs uitspraak ligt besloten dat hof bij beoordeling van beroep op o.m. noodtoestand en (psychische) overmacht is uitgegaan van de door verdachte aan verweren ten grondslag liggende feiten en omstandigheden, die inhouden dat er in stallen van fokkerij van aangeefster sprake was van ernstige gezondheids- en welzijnsproblemen. Hof heeft, daarvan uitgaande, gemotiveerd geoordeeld dat die verweren niet slagen. Gelet op deze wijze van beoordelen van verweren is ’s hofs afwijzing van verzoek tot horen van aangeefster op de grond dat verdachte niet in zijn verdedigingsbelang is geschaad, niet onbegrijpelijk. Volgt verwerping.
HR 13-07-2021, ECLI:NL:HR:2021:1090
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
13 juli 2021
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, Y. Buruma, A.L.J. van Strien, M.J. Borgers, A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
20/02236
- Conclusie
A-G mr. A.E. Harteveld
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:1090, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 13‑07‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:515, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑06‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 20‑01‑2021
Essentie
Diefstal van konijnen uit dierenfokkerij door dierenactivist, art. 310 Sr. Afwijzing van bij appelschriftuur gedaan, ttz. in h.b. gehandhaafd en op latere tz. in h.b. herhaald verzoek tot horen van aangeefster ter onderbouwing van beroep op noodtoestand en (psychische) overmacht, omdat verdachte niet in zijn verdedigingsbelang is geschaad door het niet horen van getuige. In ’s hofs uitspraak ligt besloten dat hof bij beoordeling van beroep op o.m. noodtoestand en (psychische) overmacht is uitgegaan van de door verdachte aan verweren ten grondslag liggende feiten en omstandigheden, die inhouden dat er in stallen van fokkerij van aangeefster sprake ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.