NJB 2018/1205:Bevel tot tenuitvoerlegging voorwaardelijk opgelegde vrijheidstraf (tul), art. 14g lid 1 Sr: het staat de rechter niet vrij een vervangende hechtenis op te leggen die de duur van de niet tenuitvoergelegde vrijheidsstraf overstijgt. De Hoge Raad vermindert zelf de duur van de vervangende hechtenis. Herstelbeslissing in de zin van HR 6 juli 2010, ECLI:NL:HR:2010:BJ7243, NJ 2012/248 en HR 12 juni 2012, ECLI:NL:HR:2012:BW1478, NJ 2012/490: het opleggen van een vervangende hechtenis die de duur van de niet tenuitvoergelegde vrijheidsstraf overstijgt vormt een onmiddellijk kenbare fout die zich voor eenvoudig herstel leent door de rechter(s) die op de zaak heeft/hebben gezeten overeenkomstig hetgeen de Hoge Raad heeft beslist in voornoemde arresten. Deze wijze van herstel verdient de voorkeur, omdat daardoor ondubbelzinnig duidelijkheid komt te bestaan omtrent de voor tenuitvoerlegging vatbare strafoplegging