NJ 2023/53
Procesrecht. Ambtshalve beslissing inzake relatieve bevoegdheid; rechtsmiddelenverbod (art. 270 lid 3 Rv).
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
26 november 2021
- Magistraten
Mrs. T.H. Tanja-van den Broek, M.J. Kroeze, S.J. Schaafsma, F.R. Salomons, G.C. Makkink
- Zaaknummer
21/00207
- Conclusie
A-G mr. R.H. de Bock
- Noot
H.J. Snijders
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS687548:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:1770, Uitspraak, Hoge Raad, 26‑11‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:459, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑05‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 15‑12‑2020
- Wetingang
Essentie
Procesrecht. Ambtshalve beslissing inzake relatieve bevoegdheid; rechtsmiddelenverbod (art. 270 lid 3 Rv).
Samenvatting
Art. 270 lid 1 Rv houdt in dat indien de rechter, zo nodig ambtshalve, beslist dat niet hij, maar een andere rechter van gelijke rang bevoegd is, hij de zaak verwijst naar die andere rechter. Art. 270 lid 3 Rv houdt in dat geen hogere voorziening is toegelaten tegen een beslissing waarbij een betwisting van bevoegdheid wordt verworpen of de zaak (al dan niet na betwisting van bevoegdheid) naar een andere rechter wordt verwezen. De achtergrond van het rechtsmiddelenverbod ...