Einde inhoudsopgave
Smartengeld 1998/7.3.2.4
7.3.2.4 Literatuur
prof. mr. S.D. Lindenbergh, datum 21-06-1998
- Datum
21-06-1998
- Auteur
prof. mr. S.D. Lindenbergh
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht (V)
Voetnoten
Voetnoten
Rapport smartegeld. Zie over het rapport en de daarin gepresenteerde formule Eykman 1984; Overeem 1984; Den Ouden-Huygen 1985; Vaandrager 1985; Renckens 1986,1988 en 1990 en Pieters 1990.
Ferwerda 1987, p. 122; Pieters & Van Busschbach 1989. p. 141 e.v.; Vollbehr 1989, p. 146 e.v.; Nederlands Instituut van Schaderegelaars 1989, p. 234 en Vandenberghe & Vollbehr 1989, p. 234 e.v.
Vandenberghe 1988b, p. 255-257.
HR 8 juli 1992, N] 1992, 714 (AMC/O). Zie over het arrest de noot van Van Wassenaer van Catwijck, VR 1992, nr. 133; Spier 1992 en Remmerswaal 1992 en over de uitspraak van het hof de noot van Van Wassenaer van Catwijck, VR 1991, 142.
Zie over de omvang van het smartengeld in 'Europees perspectief' voorts Van Dam 1991.
Vgl. Eykman 1984; Den Ouden-Huygen 1985; Renckens 1986,1988 en 1990 en Pieters 1990. De formule werd bovendien bekritiseerd omdat zij te 'zuinig' zou zijn. Zie Pieters & Van Busschbach 1989, p. 144. Hoewel de formule aanvankelijk als een betrekkelijk rigide rekensom werd gepresenteerd, werd later ook van de zijde van assuradeuren meer het karakter van 'richtlijn' benadrukt. Zie Vaandrager 1985.
Pieters & Van Busschbach 1989, p. 143.
In de literatuur heeft de meeste aandacht zich geconcentreerd rond specifieke gebeurtenissen, zoals het voorstel van het Verbond van verzekeraars tot de hantering van een smartengeldformule in 1984,1 de genoemde statistische analyses van smartengeldvaststellingen,2 het tot stand komen van het DOLOR-programma,3 en de hiervoor genoemde uitspraak van de Hoge Raad inzake de besmetting met het AlDS-virus.4 Die aandacht betreft deels de wijze van vaststelling en deels de omvang van de (hoogste) bedragen.5 Niettemin komen daarbij ook de relevant geachte factoren wel aan bod.
Zo is met name naar aanleiding van de presentatie van de smartengeldformule van het Verbond van Verzekeraars aandacht besteed aan de relevantie van de aan die formule ten grondslag gelegde factoren; de duur van het herstel en de mate van resterende functionele invaliditeit. Enerzijds werden deze factoren wel relevant geacht, anderzijds bestond met name kritiek op het feit dat in de formule uitsluitend deze factoren bepalend zijn, en dat zij aldus te weinig ruimte biedt voor factoren waaruit kan worden afgeleid hoe het letsel zich in concreto voor de betrokkene manifesteert.6
Voorts hebben de verschillende statistische analyses van rechterlijke uitspraken en van buitengerechtelijke schaderegelingen geleid tot inzicht in en discussie over de volgens de rechtspraak voor de omvang van het smartengeld relevante factoren. Uit die analyses bleek steeds een grote (statistische) relevantie van de aard van het letsel of de 'letselzwaarte', maar bleek tevens dat dat begrip op zichzelf weinig zegt over hetgeen aan de waardering daarvan ten grondslag ligt.7
Een en ander laat zien dat over de relevante factoren wel is nagedacht en dat tot op zekere hoogte ook wel consensus bestaat over de 'basisfactoren', maar dat dat niet heeft geresulteerd in een eenduidige 'checklist' of 'formule'. Alvorens verschillende soorten factoren nader te bespreken, zal kort een blik over de grenzen worden geworpen, om te bezien waar en hoe elders de accenten worden gelegd.