NJB 2018/1970
Is de verkeerscontrole door politie van voertuigen uit Midden- en Oost-Europa discriminatoir en onrechtmatig?
HR 09-10-2018, ECLI:NL:HR:2018:1872
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
9 oktober 2018
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, Y. Buruma, M.J. Borgers, J.C.A.M. Claassens en A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
16/00166
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Verkeersrecht / Handhaving verkeersvoorschriften
Strafprocesrecht / Voorfase
Politierecht / Bijzondere onderwerpen
Staatsrecht / Algemeen
Staatsrecht / Grondrechten
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:1872, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 09‑10‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:661, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑06‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 05‑09‑2017
- Wetingang
Essentie
Détournement de pouvoir door discriminatoire uitoefening van controle bevoegdheid art. 160 WVW 1994: i.c. gaat het om beleid om voertuigen te controleren uit Midden- en Oost-Europa.Indien daadwerkelijk inzage is gevorderd in het rijbewijs en/of de kentekenpapieren van het voertuig, mag worden aangenomen dat de bevoegdheden van art. 160 lid 1 en lid 4 WVW 1994 zijn uitgeoefend ter controle van de naleving van de bij of krachtens de WVW 1994 vastgestelde voorschriften. Zolang een dergelijke controlebevoegdheid, uitgevoerd door een daartoe bevoegde opsporingsambtenaar, mede is uitgeoefend ter controle van de naleving van de bij of krachtens de WVW 1994 vastgestelde ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.