RvdW 2022/211
Herziening. Moord, art. 289 Sr. Sprake van novum door intrekken bekennende verklaring en door (delen van) in een boek weergegeven onderzoek door het Project Gerede Twijfel? HR: De door aanvrager genoemde feiten en omstandigheden maken, ook bij gebrek aan steun in enig objectief en toetsbaar processtuk of ander gegeven, niet aannemelijk dat de door aanvrager afgelegde bekennende verklaringen onjuist zijn. M.b.t. boek: Rb. was al bekend met wat in aanvraag onder verwijzing naar het boek naar voren wordt gebracht, en v.zv. zou zijn beoogd het boek (mede) als nieuw deskundigeninzicht aan te merken, kan dat niet worden gevolgd alleen al omdat aanvraag niet is voorzien van in HR NJ 2016/305, m.nt. Reijntjes aangeduide informatie die benodigd is om de inhoud van een deskundigeninzicht en de nieuwheid daarvan op waarde te kunnen schatten. Volgt afwijzing aanvraag.
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
1 februari 2022
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, M.J. Borgers, A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
21/02469
- Conclusie
A-G mr. D.J.C. Aben
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:110, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 01‑02‑2022
ECLI:NL:PHR:2021:1156, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑12‑2021
Essentie
Herziening. Moord, art. 289 Sr. Sprake van novum door intrekken bekennende verklaring en door (delen van) in een boek weergegeven onderzoek door het Project Gerede Twijfel? HR: De door aanvrager genoemde feiten en omstandigheden maken, ook bij gebrek aan steun in enig objectief en toetsbaar processtuk of ander gegeven, niet aannemelijk dat de door aanvrager afgelegde bekennende verklaringen onjuist zijn. M.b.t. boek: Rb. was al bekend met wat in aanvraag onder verwijzing naar het boek naar voren wordt gebracht, en v.zv. zou zijn beoogd het boek (mede) als nieuw deskundigeninzicht aan te merken, kan dat niet worden ...