RvdW 2016/1252
Oordeel dat de in de bewezenverklaarde periode gestorte bedragen, nu zij voorwerp van het bewezenverklaarde feit ‘schuldwitwassen’ waren, reeds daardoor wederrechtelijk voordeel vormen is onjuist.
HR 29-11-2016, ECLI:NL:HR:2016:2718
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
29 november 2016
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
15/03266
- Conclusie
A-G mr. F.W. Bleichrodt
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Sancties
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:2718, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 29‑11‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:1187, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑09‑2016
Essentie
Oordeel dat de in de bewezenverklaarde periode gestorte bedragen, nu zij voorwerp van het bewezenverklaarde feit ‘schuldwitwassen’ waren, reeds daardoor wederrechtelijk voordeel vormen is onjuist.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 8 juli 2015, nummer 22/000524-13, op een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel ten laste van: [betrokkene]. Adv.: mr. F.P. Slewe, te Amsterdam.
Conclusie
Conclusie A-G mr. F.W. Bleichrodt:
1.
Het Gerechtshof Amsterdam heeft bij uitspraak van 8 juli 2015 de uitspraak van de Rechtbank Amsterdam van 24 januari 2013 met aanvulling van gronden ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.