AB 2010/299
Bouwvergunning. Strijd met bestemmingsplan. Verzuimd om vrijstelling van het bestemmingsplan te verlenen. Bezwaar gegrond. In het kader van de beslissing op bezwaar alsnog vrijstelling verleend. In bezwaarfase gelden geen fatale beslistermijnen zodat geen bouwvergunning van rechtswege is verleend.
ABRvS 06-10-2010, ECLI:NL:RVS:2010:BN9548, m.nt. A.G.A. Nijmeijer
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
6 oktober 2010
- Magistraten
Mrs. C.M. Ligtelijn-van Bilderbeek, C.J.M. Schuyt, N.S.J. Koeman
- Zaaknummer
200910048/1/H1.
- Noot
A.G.A. Nijmeijer
- LJN
BN9548
- JCDI
JCDI:ADS875084:1
- Vakgebied(en)
Ruimtelijk bestuursrecht / Procedure bestemmingsplan
Ruimtelijk bestuursrecht / Ruimtelijke ordening
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2010:BN9548, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 06‑10‑2010
- Wetingang
Wonw (oud) art. 46 en 49; WRO art. 19 lid 3
Essentie
Bouwvergunning. Strijd met bestemmingsplan. Verzuimd om vrijstelling van het bestemmingsplan te verlenen. Bezwaar gegrond. In het kader van de beslissing op bezwaar alsnog vrijstelling verleend. In bezwaarfase gelden geen fatale beslistermijnen zodat geen bouwvergunning van rechtswege is verleend.
Samenvatting
Uit de wetgeschiedenis blijkt dat de wetgever met de introductie van het stelsel van de fictieve vergunningverlening in de Woningwet de bedoeling heeft gehad de aanvrager van de bouwvergunning de zekerheid te bieden dat het bestuursorgaan, al dan niet na verlening van de benodigde vrijstelling van het bestemmingsplan, binnen de daartoe in de Woningwet gestelde termijn op ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.