NJB 2022/2248:Arbitrage. Bedrog. Achtergehouden stukken. Vernietiging. Herroeping. Hoge Raad: 1. Stadium van ontdekking. Als bedrog tijdens een arbitrale procedure wordt ontdekt in een zodanig stadium dat dit redelijkerwijs nog aan de arbiters kan worden voorgelegd, geldt als uitgangspunt dat de partij het bedrog in de arbitrale procedure aan de orde moet stellen, ook indien het gaat om beslissingen in een tussenvonnis waartegen eerder tussentijds arbitraal hoger beroep is ingesteld. Laat de partij dat na, dan kan het gestelde bedrog in beginsel niet alsnog in een vernietigingsprocedure aan de orde komen. Als de arbiters het beroep op bedrog na beoordeling van de beweerdelijk achtergehouden stukken hebben verworpen, kan niet achteraf op dezelfde grond vernietiging worden gevorderd. 2. Openbare orde. Het oordeel van het scheidsgerecht dat de beweerdelijk achtergehouden stukken geen nieuw licht op de zaak werpen, berust op de waardering van die stukken en raakt niet aan de openbare orde.