Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2023/2405 inzake het waarborgen van een gelijk speelveld voor duurzaam luchtvervoer (ReFuelEU Luchtvaart)
Artikel 15 Flexibiliteitsmechanismen
Geldend
Geldend vanaf 20-11-2023
- Bronpublicatie:
18-10-2023, PbEU L 2023, 2023/2405 (uitgifte: 31-10-2023, regelingnummer: 2023/2405)
- Inwerkingtreding
20-11-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-10-2023, PbEU L 2023, 2023/2405 (uitgifte: 31-10-2023, regelingnummer: 2023/2405)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Lucht
Vervoersrecht / Luchtvervoer
Milieurecht / Energie
1.
In afwijking van artikel 4, lid 1, mag een luchtvaartbrandstofleverancier van 1 januari 2025 tot en met 31 december 2034 voor elke rapportageperiode de in bijlage I vastgestelde minimumpercentages duurzame luchtvaartbrandstoffen leveren als een gewogen gemiddelde van alle luchtvaartbrandstof die hij tijdens die rapportageperiode aan Unieluchthavens heeft geleverd.
2.
Uiterlijk op 1 juli 2024 inventariseert en beoordeelt de Commissie de ontwikkelingen op het gebied van de productie en levering van duurzame luchtvaartbrandstoffen op de Uniemarkt voor luchtvaartbrandstoffen en beoordeelt zij mogelijke verbeteringen of aanvullende maatregelen ten opzichte van het in lid 1 bedoelde bestaande flexibiliteitsmechanisme voor duurzame luchtvaartbrandstoffen, zoals het opzetten of erkennen van een systeem van verhandelbaarheid van duurzame luchtvaartbrandstoffen om de levering van brandstoffen in de Unie mogelijk te maken zonder fysiek op een bevoorradingsplaats te zijn aangesloten, teneinde de levering en het gebruik van duurzame luchtvaartbrandstoffen voor de luchtvaart tijdens de flexibiliteitsperiode verder te vergemakkelijken.
Met een dergelijk mogelijk systeem, dat elementen van een ‘book- en claim’-regeling bevat, zouden luchtvaartuigexploitanten en/of brandstofleveranciers duurzame luchtvaartbrandstoffen kunnen kopen door middel van contractuele regelingen met luchtvaartbrandstofleveranciers en het gebruik van duurzame luchtvaartbrandstoffen op Unieluchthavens kunnen claimen.
De Commissie dient bij het Europees Parlement en de Raad een rapport in met de belangrijkste bevindingen van de op grond van dit lid uitgevoerde evaluatie, zo nodig vergezeld van een wetgevingsvoorstel.