NJ 2016/478
Smaad. Bepaald feit ex art. 261 lid 1 Sr.
HR 11-10-2016, ECLI:NL:HR:2016:2291, m.nt. N. Keijzer
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
11 oktober 2016
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, H.A.G. Splinter-van Kan, A.L.J. van Strien, E.F. Faase
- Zaaknummer
14/06522
- Conclusie
A-G mr. P.C. Vegter
- Noot
N. Keijzer
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS154145:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:2291, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 11‑10‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:708, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 31‑05‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 05‑11‑2015
- Wetingang
Essentie
Smaad. Bepaald feit ex art. 261 lid 1 Sr. Verdachte heeft voor een aantal ramen van zijn woning platen gehangen met daarop de tekst ‘K. van Sandds B.V. is een postdief’. Het oordeel van het hof dat deze in de bewezenverklaring voorkomende uiting een ‘bepaald feit’ cfm art. 261 lid 1 Sr oplevert, geeft niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting. Dat oordeel is ook niet onbegrijpelijk, nu hofs kennelijke oordeel erop neerkomt dat die uiting behelst dat de aangeefster in het kader van de uitoefening van haar werkzaamheden voor het postvervoerbedrijf Sandd B.V. poststukken heeft gestolen. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.