Einde inhoudsopgave
Handels- en Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, anderzijds
Artikel 618 Voorrechten en immuniteiten
Geldend
Geldend vanaf 01-05-2021
- Bronpublicatie:
30-12-2020, PbEU 2021, L 149 (uitgifte: 30-04-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-05-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-04-2021, PbEU 2021, L 149 (uitgifte: 30-04-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
Ondernemingsrecht / Europees ondernemingsrecht
Douane (V)
1.
Wanneer de gezochte persoon in de uitvoerende staat een voorrecht of immuniteit ter zake van tenuitvoerlegging of rechtsmacht geniet, beginnen de in artikel 615 bedoelde termijnen slechts te lopen wanneer, of indien, de uitvoerende rechterlijke autoriteit ervan in kennis is gesteld dat dat voorrecht of die immuniteit is opgeheven.
2.
Indien de persoon niet langer een dergelijk voorrecht of een dergelijke immuniteit geniet, vergewist de uitvoerende staat zich ervan dat de materiële voorwaarden voor een daadwerkelijke overlevering zijn vervuld.
3.
Indien een autoriteit van de uitvoerende staat bevoegd is voor de opheffing van het voorrecht of de immuniteit, verzoekt de uitvoerende rechterlijke autoriteit die autoriteit onverwijld hierom. Indien een autoriteit van een andere staat, van een derde land of van een internationale organisatie bevoegd is voor de opheffing van het voorrecht of de immuniteit, verzoekt de uitvaardigende rechterlijke autoriteit die autoriteit hierom.