NJ 2013/562
Voorbedachte raad ex art. 289 Sr onvoldoende gemotiveerd.
HR 25-06-2013, ECLI:NL:HR:2013:72, m.nt. N. Rozemond
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
25 juni 2013
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, J. de Hullu, W.F. Groos, J. Wortel, N. Jörg
- Zaaknummer
12/04923
- Conclusie
A-G i.b.d. mr. W.H. Vellinga
- Noot
N. Rozemond
- JCDI
JCDI:ADS96993:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2013:72, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 25‑06‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:55, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑04‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 17‑01‑2013
- Wetingang
Art. 289 Sr; art. 359 lid 2 Sv
Essentie
Voorbedachte raad onvoldoende gemotiveerd. Gelet op de nauwe samenhang tussen de handelingen die het hof heeft aangemerkt als ‘van elkaar te onderscheiden handelingen’, en het tijdsverloop dat volgens het hof gemoeid is geweest met dat bedoelde ‘geheel van handelen’, kan het daarop door het hof gegronde oordeel dat D. ‘tijd heeft gehad zich te beraden op het besluit om het slachtoffer van het leven te beroven’ de conclusie dat er sprake was van voorbedachte raad niet dragen.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 4 mei 2012, nummer ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.