Einde inhoudsopgave
RvdW 2017/774
Cassatieprocesrecht. Art. 426a lid 1 Rv. Niet-ontvankelijkheid. Verzoekschrift niet ondertekend door advocaat bij de Hoge Raad.
HR 30-06-2017, ECLI:NL:HR:2017:1204
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
30 juni 2017
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, C.E. du Perron, M.J. Kroeze
- Zaaknummer
17/01716
- Conclusie
A-G mr. E.M. Wesseling-van Gent
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:1204, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 30‑06‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:421, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑05‑2017
Essentie
Cassatieprocesrecht. Art. 426a lid 1 Rv. Niet-ontvankelijkheid. Verzoekschrift niet ondertekend door advocaat bij de Hoge Raad.
Partij(en)
[verzoekster] te [woonplaats], verzoekster tot cassatie,
tegen
GGZ Centraal, te Almere, verweerder in cassatie.
Conclusie
Conclusie A-G mr. E.M. Wesseling-van Gent:
1.
Bij beschikking van 16 januari 2017 heeft de rechtbank Midden-Nederland, locatie Lelystad, de op de voet van art. 41a en 41b Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (BOPZ) ter beoordeling voorgelegde klacht van verzoekster tot cassatie (hierna: verzoekster) tegen de toepassing van dwangbehandeling ongegrond verklaard en de daarbij ingediende verzoeken, onder meer tot ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.