Einde inhoudsopgave
Uitvoeringswet Nederlands-Duits Grensverdrag
Artikel 10
Geldend
Geldend vanaf 01-08-1963
- Bronpublicatie:
22-05-1963, Stb. 1963, 238 (uitgifte: 18-06-1963, kamerstukken: 6467 )
- Inwerkingtreding
01-08-1963
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-04-1960, Trb. 1963, 114 (uitgifte: 01-01-1963, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Verkeer en Waterstaat
Ministerie van Financiën
Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
Ministerie van Justitie
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Verdragenrecht
Staatsrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
De Nederlandse ambtenaren in vaste en in tijdelijke dienst van de drostambten Elten en Tudderen en de met hen naar het oordeel van Onze Minister van Binnenlandse Zaken gelijk te stellen personen, die op de dag, voorafgaande aan die van inwerkingtreding van het Grensverdrag in de drostambten Elten en Tudderen werkzaam waren, worden geacht met ingang van die inwerkingtreding eervol uit hun ambt te zijn ontslagen.
2.
Aan de landdrosten van Elten en van Tudderen en aan de in het eerste lid bedoelde personen wordt, ten laste van Hoofdstuk VII A der rijksbegroting, wachtgeld toegekend overeenkomstig de bepalingen van het Rijkswachtgeldbesluit 1959. De toekenning van dit wachtgeld en het nemen van beslissingen daaromtrent geschieden door Onze Minister van Binnenlandse Zaken.
3.
Voor zover toepassing van het Rijkswachtgeldbesluit 1959 leidt tot een ongunstiger wachtgeld dan bij toepassing van de wachtgeldregelingen der drostambten, kan door betrokkenen een keuze gemaakt worden voor laatstbedoelde.