NTM/NJCM-bull. 2005, p. 437
HET SCHULDBEGINSEL IN ARTIKEL 6 LID 2 EVRM EN BEBOETEN OP KENTEKEN INGEVOLGE ARTIKEL 5 WAHV
EHRM 19-10-2004, ECLI:NL:XX:2004:AS3568, m.nt. Piet Hein van Kempen (Falk/Nederland)
- Instantie
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- Datum
19 oktober 2004
- Magistraten
J.-P. Costa, L. Loucaides, C. Bîrsan, K. Jungwiert, V. Butkevych, W. Thomassen, A. Mularoni
- Zaaknummer
66273/01
- Noot
Piet Hein van Kempen
- LJN
AS3568
- Roepnaam
Falk/Nederland
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS917705:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
- Brondocumenten
ECLI:NL:XX:2004:AS3568, Uitspraak, Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 19‑10‑2004
Essentie
HET SCHULDBEGINSEL IN ARTIKEL 6 LID 2 EVRM EN BEBOETEN OP KENTEKEN INGEVOLGE ARTIKEL 5 WAHV
Samenvatting
Artikel 5 Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV) biedt de mogelijkheid om, ingeval niet aanstonds kan worden bepaald wie de bestuurder is van een gemotoriseerd voertuig waarmee een verkeersovertreding wordt begaan, aan diegene op wiens naam dat voertuig staat geregistreerd een administratieve sanctie in de vorm van een geldbedrag op te leggen. Dit beboeten op kenteken acht het EHRM in navolging van de Hoge Raad niet in strijd met de presumptie van onschuld in artikel 6 tweede lid EVRM. Deze op zichzelf aansprekende ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.