NJB 2024/713
Sociale zekerheid en premieheffing. Wanneer is sprake van een ‘substantieel gedeelte van de werkzaamheden’? Prejudiciële vragen.
HR 15-03-2024, ECLI:NL:HR:2024:390
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
15 maart 2024
- Magistraten
Mrs. Van Eijsden, Feteris, Boerlage, Cools, Van der Voort Maarschalk
- Zaaknummer
22/02795
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2024:390, Uitspraak, Hoge Raad, 15‑03‑2024
ECLI:NL:PHR:2023:197, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 17‑02‑2023
- Wetingang
(Art. 13 Verordering (EG) 883/2004)
Essentie
Sociale zekerheid en premieheffing. Wanneer is sprake van een ‘substantieel gedeelte van de werkzaamheden’? Prejudiciële vragen.
Uitspraak
Hoge Raad, onder meer:
Prejudiciële vragen
‘Beslissing
5.
De Hoge Raad verzoekt het Hof van Justitie van de Europese Unie de volgende vragen over de uitleg van het Unierecht te beantwoorden:
- 1.
Welke omstandigheden of soorten van omstandigheden zijn geschikt voor de beoordeling op de voet van artikel 14, lid 8, van de Toepassingsverordening van de vraag of iemand die in twee of meer lidstaten werkzaamheden in loondienst pleegt te verrichten een substantieel gedeelte van zijn werkzaamheden in de woonstaat verricht in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.