Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2019/452 tot vaststelling van een kader voor de screening van buitenlandse directe investeringen in de Unie
Artikel 3 Screeningmechanismen van de lidstaten
Geldend
Geldend vanaf 10-04-2019
- Bronpublicatie:
20-03-2019, PbEU 2019, L 79 I (uitgifte: 21-03-2019, regelingnummer: 2019/452)
- Inwerkingtreding
10-04-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-03-2019, PbEU 2019, L 79 I (uitgifte: 21-03-2019, regelingnummer: 2019/452)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Vrij verkeer
EU-recht / Marktintegratie
Openbare orde en veiligheid / Preventie
1.
Overeenkomstig deze verordening kunnen de lidstaten mechanismen voor de screening van buitenlandse directe investeringen om redenen van veiligheid of openbare orde op hun grondgebied handhaven, wijzigen of vaststellen.
2.
De regels en procedures met betrekking tot de screeningmechanismen, met inbegrip van desbetreffende termijnen, zijn transparant en maken geen onderscheid tussen derde landen. De lidstaten stellen met name de omstandigheden die de screening in gang zetten, de redenen voor screening en de geldende gedetailleerde procedurevoorschriften vast.
3.
De lidstaten passen termijnen in het kader van hun screeningmechanismen toe. De screeningmechanismen bieden de lidstaten de mogelijkheid rekening te houden met de in de artikelen 6 en 7 bedoelde opmerkingen van andere lidstaten en met de in de artikelen 6, 7 en 8 bedoelde adviezen van de Commissie.
4.
Vertrouwelijke informatie, met inbegrip van commercieel gevoelige informatie, die ter beschikking wordt gesteld van de lidstaat die de screening uitvoert, wordt beschermd.
5.
Buitenlandse investeerders en de betrokken ondernemingen hebben de mogelijkheid om tegen een screeningbesluit van de nationale autoriteiten in beroep te gaan.
6.
De lidstaten die beschikken over een screeningmechanisme, zorgen voor de handhaving, wijziging of vaststelling van maatregelen die nodig zijn om het omzeilen van screeningmechanismen en screeningbesluiten op te sporen en te voorkomen.
7.
De lidstaten stellen de Commissie uiterlijk op 10 mei 2019 in kennis van hun bestaande screeningmechanismen. De lidstaten stellen de Commissie in kennis van nieuw ingevoerde screeningmechanismen of van wijzigingen in een bestaand screeningmechanisme binnen 30 dagen na de inwerkingtreding van het nieuw ingevoerde screeningmechanisme of van de wijziging in een bestaand screeningmechanisme.
8.
Uiterlijk drie maanden nadat zij de in lid 7 bedoelde kennisgevingen heeft ontvangen maakt de Commissie een lijst van de screeningmechanismen van de lidstaten openbaar. Deze lijst wordt door de Commissie geactualiseerd.