Belastingadvies 2019/5.4
Een dure tegenvaller bij de verkoop van een deelneming kent een fiscaal zwart randje
Rb. Noord-Holland 26-11-2018, ECLI:NL:RBNHO:2018:10152
- Instantie
Rechtbank Noord-Holland
- Datum
26 november 2018
- Zaaknummer
AWB - 16 _ 2261
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS14091:1
- Vakgebied(en)
Vennootschapsbelasting / Deelnemingsvrijstelling
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBNHO:2018:10152, Uitspraak, Rechtbank Noord-Holland, 26‑11‑2018
- Wetingang
Art. 13 lid 6 VPB 1969
Essentie
De rechtbank kan niet om de onverbrekelijke samenhang tussen de verkoop van de deelneming en de daarvoor ontvangen koopsom enerzijds en de vordering die voortvloeit uit de overeenkomst anderzijds heen en oordeelt vervolgens noodzakelijkerwijze dat het verlies op de vordering, ook al heeft dit verlies op zijn beurt haar oorzaak in een schadeplichtig optreden van de verkopende aandeelhouder, onder de deelnemingsvrijstelling valt en dus niet aftrekbaar is.
Samenvatting
Algemeen
Het internationaal gekende kroonjuweel van de Nederlandse vennootschapsbelastingwetgeving, de deelnemingsvrijstelling (art. 13 Wet op de vennootschapsbelasting 1969, nader: Vpb), voorkomt dat winsten van een vennootschap (economisch) dubbel ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.