Rb. Den Haag, 16-01-2013, nr. C/09/404787 / HA ZA 11-2522
ECLI:NL:RBDHA:2013:BY8487
- Instantie
Rechtbank Den Haag
- Datum
16-01-2013
- Zaaknummer
C/09/404787 / HA ZA 11-2522
- LJN
BY8487
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBDHA:2013:BY8487, Uitspraak, Rechtbank Den Haag, 16‑01‑2013
Uitspraak 16‑01‑2013
Inhoudsindicatie
Het gaat in deze zaak om de vraag of het design van bepaalde Galaxy tablets van Samsung inbreuk maken op een modelrecht van Apple. De rechtbank is van oordeel dat er geen sprake is van een inbreuk, onder verwijzing naar Britse rechtspraak waarin de rechter al in twee instanties hetzelfde had geoordeeld over dezelfde inbreukvraag.
Partij(en)
vonnis
RECHTBANK DEN HAAG
Team handel
Zittingsplaats Den Haag
zaaknummer / rolnummer: C/09/404787 / HA ZA 11-2522
Vonnis van 16 januari 2013
in de zaak van
1. de vennootschap naar buitenlands recht
SAMSUNG ELECTRONICS CO. LTD,
gevestigd te Gyeonggi-do, Zuid-Korea,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SAMSUNG ELECTRONICS BENELUX B.V.,
gevestigd te Delft,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SAMSUNG ELECTRONICS EUROPE LOGISTICS B.V.,
gevestigd te Delft,
4. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SAMSUNG ELECTRONICS OVERSEAS B.V.,
gevestigd te Delft,
eiseressen in conventie,
verweersters in reconventie,
advocaat mr. B.J. Berghuis van Woortman te Amsterdam,
tegen
de vennootschap naar buitenlands recht
APPLE INC.,
gevestigd te Cupertino, CA, Verenigde Staten van Amerika,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. D. Knottenbelt te Rotterdam.
Eiseressen in conventie, verweersters in reconventie zullen hierna afzonderlijk worden aangeduid als Samsung Ltd, Samsung Benelux, Samsung Europe Logistics en Samsung Overseas en gezamenlijk Samsung worden genoemd. Gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, zal Apple worden genoemd. Inhoudelijk is de zaak behandeld voor Samsung door mr. B.J. Berghuis van Woortman, mr. Ch. Gielen, mr. L.W. Kamp en mr. R. van Oerle en voor Apple door mr. R.M. Kleemans, mr. A.A.A.C.M. van Oorschot en mr. I.M. Ghislain, allen advocaat te Amsterdam.
1. De procedure
1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- -
het tussenvonnis van 30 mei 2012 en de daarin genoemde stukken;
- -
de conclusie van antwoord in reconventie met producties 20-38;
- -
de akte houdende overlegging aanvullende producties van Samsung met producties 39-50;
- -
de akte houdende overlegging aanvullende producties van Apple met producties 17-24;
- -
de akte houdende overlegging aanvullende producties van Samsung met producties 51-53;
- -
de akte houdende overlegging aanvullende producties van Samsung met productie 54;
- -
de akte houdende wijziging van eis in reconventie van Apple;
- -
de aanvullende proceskostenoverzichten van partijen;
- -
het pleidooi van 9 november 2012 en de daarbij door partijen overgelegde pleitnotities.
1.2.
Vonnis is bepaald op heden.
2. De feiten
2.1.
Apple is een wereldwijd opererende producent en ontwikkelaar van onder meer computers. Een van haar producten is de iPad, een tablet computer.
2.2.
Apple is houdster van het Gemeenschapsmodel 181607-0001, ingediend op 24 mei 2004 met prioriteit van 17 maart 2004 en ingeschreven op 24 mei 2004 voor een “handheld computer” (hierna: het Gemeenschapsmodel). Onder meer de volgende afbeelding maakt onderdeel uit van de inschrijving:
2.3.
Eiseressen in conventie, verweersters in reconventie, maken onderdeel uit van een groep van ondernemingen die zich bezig houdt met de productie en verhandeling van diverse producten, waaronder de hierna afgebeelde tablets:
Galaxy Tab versie 7.7
Galaxy Tab versie 8.9
Galaxy Tab versie 10.1
2.4.
Onder meer de volgende rechters hebben geoordeeld over de vraag of een of meer van de hiervoor genoemde Galaxy-tablets onder de beschermingsomvang van het Gemeenschapsmodel van Apple vallen:
2.4.1.
Bij vonnis van 24 augustus 2011 heeft de voorzieningenrechter van deze rechtbank in een door Apple tegen Samsung Ltd, Samsung Benelux, Samsung Europe Logistics en Samsung Overseas aanhangig gemaakt kort geding, voorshands geoordeeld dat onder meer de Galaxy Tab 10.1 niet onder de beschermingsomvang van het Gemeenschapsmodel valt.
2.4.2.
Bij uitspraak van 24 oktober 2011 heeft het Duitse Landgericht Düsseldorf in een door Apple tegen Samsung Ltd en Samsung Electronics GmbH aanhangig gemaakte einstweilige Verfügung voorshands geoordeeld dat de Galaxy Tab 7.7 onder de beschermingsomvang van het Gemeenschapsmodel valt en heeft het op die grond een voorlopig verbod opgelegd aan Samsung Electronics GmbH. Het Landgericht heeft zich onbevoegd verklaard om kennis te nemen van de vorderingen tegen Samsung Ltd.
2.4.3.
Bij arrest van 24 januari 2012 heeft het hof ‘s-Gravenhage het hiervoor onder 2.4.1 genoemde oordeel van de voorzieningenrechter dat de Galaxy Tab 10.1 niet onder de beschermingsomvang van het Gemeenschapsmodel valt, bekrachtigd. Apple is in cassatie gegaan van deze uitspraak.
2.4.4.
Bij vonnis van 9 juli 2012 heeft de Britse High Court in een door Samsung Electronics (UK) Limited tegen Apple aanhangig gemaakte bodemprocedure geoordeeld dat de Galaxy Tab 7.7, 8.9 en 10.1 niet onder de beschermingsomvang van het Gemeenschapsmodel vallen.
2.4.5.
Bij arrest van 24 juli 2012 heeft het Duitse Oberlandesgericht Düsseldorf de hiervoor onder 2.4.2 genoemde beslissing van het Landgericht Düsseldorf om zich onbevoegd te verklaren om kennis te nemen van de vorderingen tegen Samsung Ltd vernietigd. Het Oberlandesgericht heeft voorshands geoordeeld dat de Galaxy Tab 7.7 onder de beschermingsomvang van het Gemeenschapsmodel valt en heeft daarom Samsung Ltd. een voorlopig verbod opgelegd de Galaxy Tab 7.7 te verhandelen op het grondgebied van de Europese Unie met uitzondering van Duitsland.
2.4.6.
Bij arrest van 18 oktober 2012 heeft de Britse Court of Appeal de hiervoor onder 2.4.4 genoemde uitspraak van de Britse High Court, waarin is geoordeeld dat de Galaxy Tab 7.7, 8.9 en 10.1 niet onder de beschermingsomvang van het Gemeenschapsmodel vallen, bekrachtigd. In het arrest heeft Jacob LJ onder meer het volgende overwogen:
<small>
- 55.
Finally I should say something about the 24th July decision of the Oberlandesgericht which held that the 7.7 infringed and granted a pan-EU injunction against SEC from selling it.
- 56.
Firstly I cannot understand on what basis the Court thought it had jurisdiction to grant interim relief. I do not think it did for several reasons.
- 57.
Firstly it is common ground that no German court was "first seized" of the claim for a declaration of non-infringement. Indeed given that Apple withdrew its claim for infringement in Germany, no German court appears even now to be seized of a claim for infringement. It is true that Samsung applied for declarations of non-infringement on the same day, 8th September 2011 in Spain, the Netherlands and England and Wales and there could be (but I think rather overtaken by events given that the trial and appeal are over here) a dispute about which case started first in point of time. After all there is now a Community-wide decision on the point, now affirmed on appeal. One would think that ought to put an end to all other litigation about it.
- 58.
Secondly I cannot see any basis for an interim injunction. The UK court had already granted a final declaration. Moreover it was sitting not just as a UK court but as a Community Court. Interim injunctions are what you grant in urgent cases where there is not enough time to have a full trial on the merits. That was not this case. Lord Grabiner told us that the Oberlandesgericht had jurisdiction pursuant to Art. 31 of the Brussels Regulation EC/44/2001. But that relates to "provisional, including protective measures." There was no room for "provisional" measures once Judge Birss, sitting as a Community Court had granted a final declaration of non-infringement.
- 59.
Further Judge Birss was not sitting as a purely national court. He was sitting as a Community design court, see Arts. 80 and 81 of the Designs Regulation 44/2001. So his declaration of non-infringement was binding throughout the Community. It was not for a national court - particularly one not first seized - to interfere with this Community wide jurisdiction and declaration.
- 60.
The Oberlandesgericht apparently also thought it had jurisdiction because the party before it was SEC whereas the party before the English court was SEC's UK subsidiary. With great respect that is quite unrealistic commercially - especially as I shall recount below, Apple at least took the view that SEC would be liable for the subsidiary's actions. They were all one "undertaking". I use the word of EU law for this sort of situation. small>
Apple heeft verzocht om toestemming om in cassatie te gaan tegen dit arrest. Die toestemming is geweigerd. Apple heeft ervoor gekozen geen cassatie in te stellen zonder toestemming.
3. Vorderingen
in conventie
3.1.
Samsung vordert, na wijziging van eis bij akte van 1 februari 2012, dat de rechtbank bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, oordeelt dat voor het Nederlandse grondgebied Samsung Ltd. met de vervaardiging, het aanbod, het in de handel brengen, de in- en uitvoer alsmede het gebruik van de Samsung Galaxy Tab 10.1, 8.9 en/of 7.7 geen inbreuk maakt op het Gemeenschapsmodel. Samsung vordert dat de rechtbank dit oordeel ten aanzien van de overige eiseressen zal uitspreken met gelding in de gehele Europese Unie, een en ander met veroordeling van Apple in de proceskosten conform artikel 1019h van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: Rv).
3.2.
Bij de akte vermeerdering van eis van 4 april 2012 heeft Samsung haar eis uitgebreid met de vordering dat Apple wordt veroordeeld te gehengen en gedogen dat Samsung de Samsung Galaxy Tab 10.1, 8.9 en 7.7 vervaardigt, aanbiedt, in de handel brengt, invoert, uitvoert of gebruikt, op straffe van verbeurte van een dwangsom. Samsung vordert deze veroordeling ten aanzien van Samsung Ltd voor Nederland en ten aanzien van Samsung Benelux, Samsung Europe Logistics en Samsung Overseas voor de gehele Europese Unie.
3.3.
Samsung legt aan haar vorderingen ten grondslag dat er geen sprake is van inbreuk in de zin van de Verordening (EG) nr. 6/2002 van de Raad van 12 december 2001 betreffende Gemeenschapsmodellen (hierna: GMVo) en dat dit blijkt uit onder meer het hiervoor onder 2.4.6 genoemde arrest van de Britse Court of Appeal.
in reconventie
3.4.
Apple vordert – samengevat – primair een verbod op inbreuk op het Gemeenschapsmodel, ten aanzien van Samsung Ltd voor Nederland en ten aanzien van de overige verweersters in reconventie voor de hele Europese Unie, met nevenvorderingen en veroordeling van Samsung in de proceskosten. Subsidiair vordert Apple een verbod dat zich specifiek richt tegen de Galaxy Tab 10.1v, 10.1, 8.9 en 7.7. Na wijziging van haar eis heeft Apple deze vorderingen ingesteld onder de voorwaarde dat de rechtbank zich bevoegd zou achten om kennis te nemen van de eis in conventie van Samsung Benelux, Samsung Europe Logistics en Samsung Overseas.
3.5.
Apple legt aan haar vorderingen ten grondslag dat Samsung met de verhandeling van de Galaxy Tab 10.1, 8.9 en 7.7 inbreuk maakt op het Gemeenschapsmodel. De primaire verbodsvordering heeft zij tevens provisioneel ingesteld voor het geval dat de procedure in de hoofdzaak onredelijke vertraging oploopt.
4. De verdere beoordeling
4.1.
De rechtbank neemt over en volhardt bij hetgeen is overwogen en beslist bij het tussenvonnis van 30 mei 2012. In dat tussenvonnis heeft de rechtbank zich in conventie onbevoegd verklaard tot kennisneming van de bij dagvaarding ingestelde vorderingen van Samsung Ltd zoals gewijzigd bij de akte van 1 februari 2012. Daarnaast heeft de rechtbank in conventie en reconventie de gevorderde schorsing van de procedure afgewezen.
rechtsmacht
4.2.
De Nederlandse rechter is bevoegd om kennis te nemen van de door Samsung Benelux, Samsung Europe Logistics en Samsung Overseas gevorderde verklaring van niet-inbreuk. Nu gesteld noch gebleken is dat Apple een vestiging heeft in de Europese Unie en deze Samsung-vennootschappen in Nederland gevestigd zijn, volgt dat uit de artikelen 81 sub b en 82 lid 2 GMVo. De Nederlandse rechter is ook bevoegd om kennis te nemen van de vordering in conventie tot gehengen en gedogen, alleen al omdat die bevoegdheid niet is bestreden door Apple (art. 9 sub a Rv). Dat geldt ook voor zover deze vordering is ingesteld door Samsung Ltd. Het door Apple opgeworpen bevoegdheidsincident tegen de vorderingen van Samsung Ltd heeft namelijk, zoals de rechtbank in het tussenvonnis al uitdrukkelijk heeft vastgesteld, geen betrekking op de mede door Samsung Ltd ingestelde vordering tot gehengen en gedogen, omdat die vordering pas is ingesteld nadat Apple het bevoegdheidsincident had opgeworpen (zie r.o. 4.4 van het tussenvonnis). Ook in reconventie is de Nederlandse rechter bevoegd, alleen al omdat Samsung de bevoegdheid niet heeft bestreden (artikel 24 EEX en 82 lid 4 sub b GMVo).
4.3.
Anders dan Apple heeft gesuggereerd, brengt het feit dat de Britse rechter inmiddels heeft uitgemaakt dat de Galaxy Tab 7.7, 8.9 en 10.1 niet onder de beschermingsomvang van het Gemeenschapsmodel vallen, niet mee dat de rechtbank zich in deze zaak ambtshalve onbevoegd moet verklaren om kennis te nemen van de vorderingen in conventie. De artikelen 27 EEX-Verordening (Verordening EG/44/2001) en 79 lid 1 GMVo verplichten de rechtbank daar niet toe, omdat in de procedure voor de Britse rechter een andere Samsung-vennootschap betrokken is (Samsung Electronics (UK) Limited) dan de Samsung-vennootschappen die partij zijn in deze Nederlandse procedure (Samsung Ltd, Samsung Benelux, Samsung Europe Logistics en Samsung Overseas). Dat die vennootschappen wel deel uitmaken van hetzelfde concern, betekent niet dat zij gezamenlijk een partij vormen in de zin van artikel 27 EEX. Het zijn namelijk verschillende rechtspersonen en hun belangen zijn ook niet volledig identiek en onlosmakelijk met elkaar verbonden in de zin van het arrest Drouot/CMI van het Hof van Justitie (HvJ EG 19 mei 1998, C-351/96, LJN AD2884, zie over de belangen ook hierna 4.6 e.v.).
4.4.
Een ander oordeel volgt, anders dan Apple meent, ook niet uit het arrest van de Britse Court of Appeal. De overwegingen van Jacob LJ waarnaar Apple in dit verband heeft verwezen, te weten de onder 2.4.6 aangehaalde paragrafen uit het arrest, hebben geen betrekking op internationale rechtsmacht, laat staan de rechtsmacht van deze rechtbank, maar op de mogelijkheid om voorlopige maatregelen op te leggen nadat de bodemrechter zich heeft uitgesproken. Jacob LJ spreekt zijn onbegrip uit over het feit dat het Duitse Oberlandesgericht in kort geding een voorlopig verbod op verhandeling van de Galaxy Tab 7.7 in de Europese Unie heeft opgelegd nadat de Britse bodemrechter al had geoordeeld dat de Galaxy Tab 7.7 geen inbreuk maakte op het Gemeenschapsmodel.
4.5.
Het voorgaande laat onverlet dat de vorderingen in deze Nederlandse procedure duidelijk samenhangen met de vorderingen in de genoemde Britse procedure (en vorderingen in andere procedures in het buitenland). Apple (en Samsung) had op die grond deze rechtbank kunnen verzoeken de zaak krachtens de artikelen 28 EEX en 79 lid 1 GMVo te verwijzen naar de Britse rechter zodat de zaken gezamenlijk hadden kunnen worden behandeld en beslist door één rechter. Dat verzoek is niet gedaan en de rechtbank kan niet ambtshalve zaken verwijzen naar buitenlandse rechters. Daarom is onvermijdelijk dat ook de Nederlandse rechter zich buigt over de vraag die de Britse rechter al heeft beantwoordt.
procesorde
4.6.
Het feit dat de Britse rechter al heeft uitgemaakt dat de Galaxy Tab 7.7, 8.9 en 10.1 niet onder de beschermingsomvang van het Gemeenschapsmodel vallen, brengt, anders dan Apple meent, ook niet mee dat het instellen van dezelfde niet-inbreukvorderingen in deze Nederlandse procedure in strijd is met de goede procesorde. Daarbij staat voorop dat geen van partijen heeft aangevoerd dat aan het Britse oordeel – op grond van het van toepassing zijnde Britse recht (HvJ EG 4 februari 1988, C-145/86, Jur. 1988, blz. 645 , NJ 1990, 209 en HR 12 maart 2004, LJN AO1332) – gezag van gewijsde toekomt in de relatie tussen Apple en de Samsung-vennootschappen die partij zijn in deze Nederlandse procedure. Apple zelf heeft juist uitdrukkelijk het standpunt ingenomen dat er geen sprake is van gezag van gewijsde omdat de Samsung-vennootschappen die de vorderingen hebben ingesteld in deze Nederlandse procedure, geen waren partij in de Britse procedure.
4.7.
Ervan uitgaande dat aan het Britse oordeel geen gezag van gewijsde toekomt, hebben eiseressen een legitiem belang om ook ten aanzien van hen in rechte vastgesteld te krijgen dat de betreffende producten niet onder de beschermingsomvang van het Gemeenschapsmodel vallen. Dat geldt zeker nu het Nederlandse kort geding waarin Apple deze Samsung-vennootschappen inbreuk op het Gemeenschapsmodel verwijt, nog altijd aanhangig is.
beoordeling
4.8.
Het voorgaande oordeel over de bevoegdheid van de rechtbank impliceert, anders dan Apple meent, niet dat niets eraan in de weg staat om te komen tot een ander inhoudelijk oordeel dan de Britse rechter. Samsung heeft er terecht op gewezen dat het Britse oordeel juist richtinggevend dient te zijn bij de inhoudelijke beoordeling van de vorderingen die voorliggen in deze Nederlandse procedure. Het Britse oordeel en de vorderingen in deze procedure hebben immers betrekking op precies dezelfde rechtsvraag, te weten de vraag of de Galaxy Tab 7.7, 8.9 en 10.1 onder de beschermingsomvang van het Gemeenschapsmodel vallen. Bovendien is het oordeel gegeven door een hogere rechterlijke instantie dan deze rechtbank, te weten een gerecht voor het Gemeenschapsmodel van tweede aanleg, en is het in kracht van gewijsde gegaan.
4.9.
Het feit dat de vorderingen in deze Nederlandse procedure zijn ingesteld door andere Samsung-vennootschappen dan de eisende partij in de Britse procedure, leidt niet tot een ander oordeel. Dat feit rechtvaardigt in dit geval namelijk geen verschil in de uitkomst van de Britse en Nederlandse procedure. Het enige geschilpunt in beide procedures betreft immers de vraag of de Galaxy Tab 7.7, 8.9 en 10.1 onder de beschermingsomvang vallen. De hoedanigheden en activiteiten van de verschillende Samsung-venootschappen spelen geen rol bij de beantwoording van die vraag.
4.10.
Het voorgaande brengt mee dat de rechtbank in beginsel het oordeel van de Britse rechter moet volgen. Samsung heeft er terecht op gewezen dat Apple geen redenen heeft aangevoerd om in dit geval af te wijken van het genoemde beginsel. Apple heeft in deze Nederlandse procedure geen andere argumenten naar voren gebracht dan de argumenten die de Britse rechter gemotiveerd heeft verworpen en Apple heeft niet aangegeven op welke grond de rechtbank in dit geval voorbij zou kunnen gaan aan het oordeel van de Britse Court of Appeal. Het enkele feit dat Apple het niet eens is met dat oordeel, is daarvoor onvoldoende.
conclusie
4.11.
Op grond van het voorgaande moet worden geconcludeerd dat de vorderingen in conventie toewijsbaar zijn. Dat geldt ook voor de vordering van onder meer Samsung Ltd om te gehengen en gedogen dat zij de betreffende Galaxy-tablets verhandelt. Apple heeft die vordering niet bestreden, afgezien van haar hiervoor verworpen betoog over de inbreuk.
4.12.
Gelet op hetgeen in rechtsoverwegingen 4.2 en verder is geoordeeld over de bevoegdheid van deze rechtbank, moet worden geconcludeerd dat de voorwaarde waaronder Apple haar vorderingen in reconventie heeft ingesteld, is ingetreden. De vorderingen moeten worden afgewezen om dezelfde reden als de vorderingen in conventie moeten worden toegewezen. De Galaxy Tab 7.7, 8.9 en 10.1 van Samsung vallen niet onder de beschermingsomvang van het Gemeenschapsmodel.
4.13.
Uit de tekst van de subsidiaire vordering van Apple blijkt dat die vordering mede betrekking heeft op de Galaxy Tab 10.1v. In haar conclusie van eis in reconventie heeft Apple echter uitdrukkelijk verklaard dat de Galaxy Tab 10.1v “niet aan de orde [is] in deze procedure” (voetnoot 1). Apple heeft de inbreuk ook uitsluitend toegelicht aan de hand van de Galaxy Tab 10.1 (zonder "v"), 8.9 en 7.7 en niets gesteld over het uiterlijk van het type Galaxy Tab 10.1v (met "v"). De rechtbank gaat er daarom van uit dat Apple de Galaxy Tab 10.1v per abuis heeft opgenomen in haar vordering. Voor zover de vordering wel betrekking heeft op dit type, moet die bij gebrek aan onderbouwing worden afgewezen.
4.14.
Apple zal als de in het ongelijk gestelde partij zowel in conventie als in reconventie in de proceskosten worden veroordeeld. Samsung vordert onder de verwijzing naar artikel 1019h Rv een bedrag van in totaal € 127.357,25. Apple heeft de redelijkheid en evenredigheid daarvan niet bestreden. Omdat partijen geen verdeling van de kosten over de procedure in conventie en reconventie hebben voorgesteld, zal de rechtbank ervan uitgaan dat de kosten gelijk zijn verdeeld over de procedures en dat de kosten per procedure dus uitkomen op € 63.678,63 (0,5 × € 127.357,25).
5. De beslissing
De rechtbank
in conventie
5.1.
verklaart voor recht dat Samsung Benelux, Samsung Europe Logistics en Samsung Overseas met de vervaardiging, het aanbod, het in de handel brengen, de invoer en uitvoer alsmede het gebruik van de Samsung Galaxy Tab 10.1, 8.9 en/of 7.7 in de Europese Unie geen inbreuk maken op het Gemeenschapsmodel;
5.2.
beveelt Apple te gehengen en gedogen dat Samsung Ltd de Samsung Galaxy Tab 10.1, 8.9 en 7.7 in Nederland vervaardigt, aanbiedt, in de handel brengt, invoert, uitvoert of gebruikt op straffe van verbeurte van een onmiddellijk opeisbare dwangsom van € 100.000,00 voor elke dag of een gedeelte van een dag dat Apple in strijd handelt met dit bevel, met een maximum van € 10.000.000,00;
5.3.
beveelt Apple te gehengen en gedogen dat Samsung Benelux, Samsung Europe Logistics en Samsung Overseas de Samsung Galaxy Tab 10.1, 8.9 en 7.7 in de Europese Unie vervaardigen, aanbieden, in de handel brengen, invoeren, uitvoeren of gebruiken op straffe van verbeurte van een onmiddellijk opeisbare dwangsom van € 100.000,00 voor elke dag of een gedeelte van een dag dat Apple in strijd handelt met dit bevel, met een maximum van € 10.000.000,00;
5.4.
veroordeelt Apple in de proceskosten, tot op heden aan de zijde van Samsung begroot op € 63.678,63;
5.5.
verklaart dit vonnis in conventie voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad;
in reconventie
5.6.
wijst de vorderingen af;
5.7.
veroordeelt Apple in de proceskosten, tot op heden aan de zijde van Samsung begroot op € 63.678,63;
5.8.
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.H. Blok, mr. J.Th. van Walderveen en mr. M.P.M. Loos en in het openbaar uitgesproken op 16 januari 2013.