Einde inhoudsopgave
Besluit (GBVB) 2021/509 tot oprichting van een Europese Vredesfaciliteit, en tot intrekking van Besluit (GBVB) 2015/528
Artikel 16 Aansprakelijkheid
Geldend
Geldend vanaf 22-03-2021
- Bronpublicatie:
22-03-2021, PbEU 2021, L 102 (uitgifte: 24-03-2021, regelingnummer: 2021/509)
- Inwerkingtreding
22-03-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-03-2021, PbEU 2021, L 102 (uitgifte: 24-03-2021, regelingnummer: 2021/509)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
EU-recht / Financiering
1.
Bij fouten of nalatigheid van het personeel dat voor de faciliteit werkt bij de uitoefening van hun taken uit hoofde van dit besluit, wordt de tuchtrechtelijke aansprakelijkheid van het personeel van de Unie geregeld door het statuut. De tuchtrechtelijke aansprakelijkheid van het personeel dat door een lidstaat is gedetacheerd bij of ter beschikking is gesteld aan de faciliteit, wordt geregeld door de toepasselijke nationale voorschriften en regelingen. Onverminderd Protocol nr. 7 betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, dat van toepassing is op het personeel van de Unie, wordt de strafrechtelijke aansprakelijkheid van personeel dat voor de faciliteit werkt, geregeld door het toepasselijke nationale recht. Daarnaast kan het comité op eigen initiatief, op verzoek van een bijdragende lidstaat of van een bijdragende derde partij beslissen dat de faciliteit tegen dergelijk personeel een burgerlijke procedure moet instellen. De burgerrechtelijke aansprakelijkheid van het Uniepersoneel wordt beperkt tot schade die is veroorzaakt door grove nalatigheden of opzettelijk wangedrag bij de uitoefening van hun taken en wordt geregeld door het statuut van de ambtenaren van de EU en de op hen toepasselijke uitvoeringsvoorschriften.
2.
In geen geval kan de Unie, de secretaris-generaal van de Raad, de hoge vertegenwoordiger of de Commissie door een bijdragende lidstaat of een bijdragende derde partij aansprakelijk worden gesteld voor de wijze waarop beheerders, rekenplichtigen en het personeel dat is gedetacheerd bij of ter beschikking is gesteld aan de faciliteit hun functie vervullen.
3.
De contractuele aansprakelijkheid die ontstaat naar aanleiding van overeenkomsten die namens de faciliteit worden gesloten, wordt via de faciliteit gedragen door de bijdragende lidstaten en de bijdragende derde partijen (al naar gelang van wat van toepassing is). De aansprakelijkheid wordt geregeld door de wetgeving die op de betrokken overeenkomst van toepassing is.
4.
Niet-contractuele aansprakelijkheid voor schade die is veroorzaakt door een operationeel hoofdkwartier, een hoofdkwartier van de troepenmacht of een deelhoofdkwartier of door het personeel hiervan in de uitoefening van hun functie, alsmede niet-contractuele aansprakelijkheid voor schade veroorzaakt bij de uitvoering van een steunmaatregel, wordt via de faciliteit gedragen door de bijdragende lidstaten of bijdragende derde partijen (al naargelang van wat van toepassing is), in overeenstemming met de algemene beginselen die de rechtsstelsels van de lidstaten gemeen hebben.
5.
In geen geval kunnen de Unie of de lidstaten door een bijdragende lidstaat of een bijdragende derde partij aansprakelijk worden gesteld voor overeenkomsten die zijn gesloten in het kader van de uitvoering van de begroting, of voor schade die is veroorzaakt door een operatie of door het daaraan toegewezen personeel in de uitoefening van zijn functie.
6.
Dit artikel doet geen afbreuk aan regelingen betreffende de immuniteit van rechtsmacht die het personeel van een operatie geniet op grond van een met het gastland gesloten overeenkomst inzake de status van de strijdkrachten of inzake de status van de missie, of uit hoofde van de overeenkomst van de Europese Unie inzake de status van de strijdkrachten(1).
Voetnoten