RvdW 2016/882
Afwijzing getuigenverzoek voldoende gemotiveerd; door de voorzitter voor de zitting gegeven bevel ex art. 263 lid 4 Sv tot oproeping van de getuige noopt niet tot ander oordeel of nadere motivering.
HR 05-07-2016, ECLI:NL:HR:2016:1412
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
5 juli 2016
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, H.A.G. Splinter-van Kan, V. van den Brink
- Zaaknummer
15/02179
- Conclusie
A-G mr. G. Knigge
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:1412, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 05‑07‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 30‑10‑2015
- Wetingang
Essentie
De voorzitter heeft voorafgaand aan de terechtzitting in hoger beroep de oproeping van een in de appelschriftuur verzochte getuige bevolen. De getuige blijkt niet opgeroepen. Het hof heeft vervolgens dit bij appelschriftuur gedane en ter terechtzitting in hoger beroep gehandhaafde verzoek om de getuige te horen afgewezen wegens onvoldoende onderbouwing en omdat verdachte door die afwijzing niet in zijn verdedigingsbelang is geschaad. Aldus heeft het hof de juiste beoordelingsmaatstaf aangelegd en het oordeel van het hof is ook niet onbegrijpelijk.
Dat de voorzitter voorafgaand aan de terechtzitting cfm art. 263 lid 4 Sv de oproeping van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.