Einde inhoudsopgave
Verdrag inzake de bescherming van culturele goederen in geval van een gewapend conflict
Artikel 17 Gebruik van het kenteken
Geldend
Geldend vanaf 07-08-1956
- Bronpublicatie:
14-05-1954, Trb. 1955, 47 (uitgifte: 27-04-1955, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
07-08-1956
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
31-10-1958, Trb. 1958, 148 (uitgifte: 31-10-1958, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Openbare orde en veiligheid / Preventie
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Het kenteken, driemaal herhaald, mag slechts worden gebruikt voor:
- a)
onroerende culturele goederen onder bijzondere bescherming;
- b)
het vervoer van culturele goederen overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 12 en 13;
- c)
noodschuilplaatsen overeenkomstig de bepalingen van het Reglement van Uitvoering.
2.
Het kenteken mag enkelvoudig slechts worden gebruikt voor:
- a)
culturele goederen, die niet onder bijzondere bescherming zijn geplaatst;
- b)
personen belast met het toezicht overeenkomstig het Reglement van Uitvoering;
- c)
het personeel belast met de bescherming van culturele goederen;
- d)
de identiteitskaarten bedoeld in het Reglement van Uitvoering.
3.
Tijdens een gewapend conflict is het verboden het kenteken te gebruiken in andere gevallen dan die, vermeld in de voorgaande leden van dit artikel, en is het eveneens verboden om, voor welk doel ook, een teken te gebruiken dat op het kenteken lijkt.
4.
Het kenteken mag niet worden geplaatst op een onroerend cultureel goed, tenzij tezelfder tijd een machtiging is aangebracht, behoorlijk gedateerd en ondertekend door de bevoegde autoriteit van de Hoge Verdragsluitende Partij.