Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2021/1060 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds Plus, het Cohesiefonds, het Fonds voor een rechtvaardige transitie en het Europees Fonds voor maritieme zaken, visserij en aquacultuur en de financiële regels voor die fondsen en voor het Fonds voor asiel, migratie en integratie, het Fonds voor interne veiligheid en het Instrument voor financiële steun voor grensbeheer en visumbeleid
Artikel 118 Voorwaarden voor concrete acties waarvoor gefaseerde uitvoering geldt
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2021
- Bronpublicatie:
24-06-2021, PbEU 2021, L 231 (uitgifte: 30-06-2021, regelingnummer: 2021/1060)
- Inwerkingtreding
01-07-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-06-2021, PbEU 2021, L 231 (uitgifte: 30-06-2021, regelingnummer: 2021/1060)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
EU-recht / Financiering
1.
De beheerautoriteit kan de selectie van een concrete actie ter hand nemen die bestaat uit de tweede fase van een concrete actie welke uit hoofde van Verordening (EU) nr. 1303/2013 voor steun werd geselecteerd en waarmee uit hoofde van die verordening een begin is gemaakt, mits aan de volgende cumulatieve voorwaarden wordt voldaan:
- a)
de concrete actie die voor steun werd geselecteerd op grond van Verordening (EU) nr. 1303/2013, bestaat uit twee fasen die vanuit financieel oogpunt duidelijk van elkaar te onderscheiden zijn, met aparte auditsporen;
- b)
de totale kosten van de in punt a) bedoelde concrete actie bedragen meer dan 5 000 000 EUR;
- c)
uitgaven in een betalingsaanvraag voor de eerste fase komen niet terug in enige betalingsaanvraag voor de tweede fase;
- d)
de tweede fase van de concrete actie stemt overeen met het toepasselijke recht en is subsidiabel uit het EFRO, het ESF+, het Cohesiefonds of het EFMZVA conform de bepalingen van de onderhavige verordening of van de fondsspecifieke verordeningen;
- e)
de lidstaat verbindt zich ertoe, in de programmeringsperiode de tweede en laatste fase te voltooien en operationeel te maken, zoals blijkt uit het eindverslag over de uitvoering, dan wel, wat het Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij betreft, uit het overeenkomstig artikel 141 van Verordening (EU) nr. 1303/2013 ingediende laatste jaarverslag over de uitvoering.
2.
De bepalingen van deze verordening zijn van toepassing op de tweede fase van de concrete actie.