RO 2015/29
Bestuurdersaansprakelijkheid. Kan een (indirect) bestuurder die op de dag waarop hij een faillissementsaanvraag indient nog betalingsopdrachten verstrekt ten laste van een creditsaldo van de vennootschap, daarvan persoonlijk een ernstig verwijt gemaakt worden? (ING/verweersters)
HR 27-02-2015, ECLI:NL:HR:2015:499
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
27 februari 2015
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, C.A. Streefkerk, G. Snijders, G. de Groot, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
14/00219
- Conclusie
A-G mr. L. Timmerman
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS920418:1
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Faillissement
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:499, Uitspraak, Hoge Raad, 27‑02‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑12‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:2242, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑11‑2014
- Wetingang
Art. 6:162 BW; art. 23 Fw
Essentie
Bestuurdersaansprakelijkheid.
Kan een (indirect) bestuurder die op de dag waarop hij een faillissementsaanvraag indient nog betalingsopdrachten verstrekt ten laste van een creditsaldo van de vennootschap, daarvan persoonlijk een ernstig verwijt gemaakt worden?
Speelt de onbekendheid van de (indirect) bestuurder met art. 23 Fw bij die beoordeling (mede) een rol?
Samenvatting
Verweerster 1 is, via de vennootschap verweerster 2, enig middellijk aandeelhoudster in en enig indirect bestuurder van Balkbrugse Transportonderneming B.V. (hierna: ‘BTO’). BTO houdt een bankrekening met een creditsaldo aan bij ING Bank N.V. (hierna: ‘ING’). Op 25 maart 2008 verzoekt verweerster 1 (handelend namens ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.