Einde inhoudsopgave
Handels- en Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, anderzijds
Artikel 132 Prestatie-eisen
Geldend
Geldend vanaf 01-05-2021
- Bronpublicatie:
30-12-2020, PbEU 2021, L 149 (uitgifte: 30-04-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-05-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-04-2021, PbEU 2021, L 149 (uitgifte: 30-04-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
Ondernemingsrecht / Europees ondernemingsrecht
Douane (V)
1.
Een Partij onthoudt zich ervan om in verband met de vestiging of exploitatie van een onderneming op haar grondgebied de volgende eisen te stellen of te handhaven, of verbintenissen of toezeggingen op te leggen:
- a)
dat er een bepaalde hoeveelheid of een bepaald percentage goederen of diensten wordt uitgevoerd;
- b)
dat een bepaalde hoeveelheid of een bepaald percentage goederen of diensten interne goederen of diensten betreft;
- c)
dat op haar grondgebied geproduceerde goederen of verleende diensten worden gekocht of gebruikt of dat die goederen of diensten de voorkeur krijgen, of dat goederen of diensten worden gekocht bij natuurlijke personen of ondernemingen op haar grondgebied;
- d)
dat de omvang of de waarde van de invoer op welke wijze dan ook wordt gekoppeld aan de omvang of de waarde van de uitvoer of aan de hoeveelheid binnengekomen deviezen in verband met die onderneming;
- e)
dat de verkoop van goederen of diensten op haar grondgebied die door die onderneming worden geproduceerd of geleverd, wordt beperkt door die verkoop op een of andere manier te koppelen aan de omvang of de waarde van de uitvoer of aan de hoeveelheid binnengekomen deviezen;
- f)
dat technologie, een productieproces of andere bedrijfsspecifieke kennis wordt overgedragen aan natuurlijke of rechtspersonen of andere entiteiten op haar grondgebied1.;
- g)
dat door de onderneming geproduceerde goederen of verleende diensten vanaf het grondgebied van de Partij bij de overeenkomst exclusief aan een specifieke regionale of mondiale markt worden geleverd;
- h)
dat het hoofdkantoor voor een specifieke regio van de wereld die breder is dan het grondgebied van de Partij of de wereldmarkt op haar grondgebied wordt gevestigd;
- i)
dat een bepaald aantal of percentage natuurlijke personen uit die Partij in dienst wordt genomen;
- j)
dat een bepaald percentage of een bepaalde waarde van onderzoek en ontwikkeling op haar grondgebied wordt verricht;
- k)
dat de uitvoer of verkoop voor uitvoer wordt beperkt, dan wel
- l)
met betrekking tot een licentieovereenkomst die bestaat op het tijdstip waarop de eis wordt gesteld of gehandhaafd of de verbintenis of toezegging wordt opgelegd, of met betrekking tot een toekomstige licentieovereenkomst die vrijelijk is gesloten tussen de onderneming en een natuurlijke of rechtspersoon of een andere entiteit op haar grondgebied, indien de eis wordt gesteld of gehandhaafd of de verbintenis of toezegging wordt opgelegd, op een wijze die een rechtstreekse aantasting van die licentieovereenkomst vormt door uitoefening van niet-rechtsprekend overheidsgezag van een Partij, dat het volgende wordt vastgesteld:
- i)
een percentage of bedrag van royalty's onder een bepaald niveau, dan wel
- ii)
een bepaalde duur van de looptijd van een licentieovereenkomst.
Dit punt is niet van toepassing wanneer het licentiecontract wordt gesloten tussen de onderneming en de Partij. Voor de toepassing van dit punt wordt onder ‘licentieovereenkomst’ verstaan elk contract betreffende het in licentie geven van technologie, een productieproces of andere bedrijfsspecifieke kennis.
2.
Een Partij stelt het genot of het voortgezette genot van een voordeel in verband met de vestiging of exploitatie van een onderneming op haar grondgebied niet afhankelijk van de voorwaarde dat een van de volgende eisen wordt vervuld:
- a)
dat een bepaalde hoeveelheid of een bepaald percentage goederen of diensten interne goederen of diensten betreft;
- b)
dat op haar grondgebied geproduceerde goederen of verleende diensten worden gekocht of gebruikt of dat die goederen of diensten de voorkeur krijgen, of dat goederen of diensten worden gekocht bij natuurlijke of rechtspersonen of andere entiteiten op haar grondgebied;
- c)
dat de omvang of de waarde van de invoer op welke wijze dan ook wordt gekoppeld aan de omvang of de waarde van de uitvoer of aan de hoeveelheid binnengekomen deviezen in verband met die onderneming;
- d)
dat de verkoop van goederen of diensten op haar grondgebied die door die onderneming worden geproduceerd of geleverd, wordt beperkt door die verkoop op een of andere manier te koppelen aan de omvang of de waarde van de uitvoer of aan de hoeveelheid binnengekomen deviezen, dan wel
- e)
dat de uitvoer of verkoop voor uitvoer wordt beperkt.
3.
Lid 2 mag niet aldus worden uitgelegd dat het een Partij belet om het genot of het voortgezette genot van voordeel in verband met de vestiging of exploitatie van een onderneming op haar grondgebied afhankelijk te stellen van de voorwaarde dat de productie naar haar grondgebied wordt verplaatst of dat aldaar diensten worden verleend, werknemers worden opgeleid of in dienst worden genomen, bepaalde installaties worden gebouwd of uitgebreid, of onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten worden verricht.
4.
Lid 1, punten f) en l), van dit artikel zijn niet van toepassing indien:
- a)
de eis wordt gesteld of gehandhaafd of de verbintenis of toezegging wordt opgelegd door een rechter of administratief gerecht of door een mededingingsautoriteit op grond van het mededingingsrecht van een Partij om een beperking of vervalsing van de mededinging te voorkomen of te verhelpen, of
- b)
een Partij toestemming verleent voor het gebruik van een intellectuele-eigendomsrecht overeenkomstig artikel 31 of artikel 31 bis van de Trips-Overeenkomst, of maatregelen vaststelt of handhaaft op grond waarvan de openbaarmaking van gegevens of informatie inzake eigendomsrechten wordt verlangd die binnen de werkingssfeer vallen van en in overeenstemming zijn met artikel 39, lid 3, van de Trips-Overeenkomst.
5.
Lid 1, punten a), b) en c), en lid 2, punten a) en b), zijn niet van toepassing op kwalificatievereisten voor goederen of diensten met betrekking tot de deelname aan programma's voor uitvoerbevordering en buitenlandse hulp.
6.
Voor alle duidelijkheid: dit artikel vormt geen beletsel voor de handhaving door de bevoegde autoriteiten van een Partij van verbintenissen of toezeggingen tussen andere personen dan een Partij die niet direct of indirect door die Partij zijn opgelegd of voorgeschreven.
7.
Voor alle duidelijkheid: lid 2, punten a) en b), is niet van toepassing op de eisen die worden gesteld door een invoerende Partij met betrekking tot het volume van goederen dat nodig is om in aanmerking te komen voor preferentiële tarieven of preferentiële contingenten.
8.
Lid 1, punt l), is niet van toepassing indien de eis wordt gesteld of gehandhaafd, of de verbintenis of toezegging wordt opgelegd, door een rechtbank als billijke vergoeding uit hoofde van de wetgeving inzake auteursrechten van de Partij.
9.
Een Partij mag geen maatregelen opleggen of handhaven die onverenigbaar zijn met haar verplichtingen uit hoofde van de Overeenkomst inzake de met de handel verband houdende investeringsmaatregelen, zelfs niet wanneer die maatregel door die Partij is opgenomen in bijlagen 19 of 20.
10.
Voor alle duidelijkheid: dit artikel mag niet aldus worden uitgelegd dat een Partij verplicht is toe te staan dat een bepaalde dienst grensoverschrijdend wordt verleend, wanneer die Partij beperkingen of verbodsbepalingen vaststelt of handhaaft op de verlening van diensten die in overeenstemming zijn met de voorbehouden, voorwaarden of kwalificaties die zijn gespecificeerd met betrekking tot een sector, subsector of activiteit die is vermeld in bijlagen 19 of 20.
11.
Een voorwaarde voor het genot of het voortgezette genot van een voordeel in de zin van lid 2 vormt geen eis of verbintenis of toezegging voor de toepassing van lid 1.
Voetnoten
Voor alle duidelijkheid: artikel 132, lid 1, punt f), laat de bepalingen van artikel 207 onverlet.