O&A 2015/60
De zelfstandige beslissingsvrijheid van de raad brengt mee dat een wederpartij niet erop mag vertrouwen dat handelingen van het college de instemming van de raad hebben indien dat vertrouwen niet mede wordt ontleend aan toedoen van de raad zelf.
HR 26-06-2015, ECLI:NL:HR:2015:1737, m.nt. J.H.A. van der Grinten (Gemeente Hof van Twente/Landgoed Hof van Twente)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
26 juni 2015
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, C.E. Drion, M.V. Polak
- Zaaknummer
14/01465
- Noot
J.H.A. van der Grinten
- Roepnaam
Gemeente Hof van Twente/Landgoed Hof van Twente
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS922053:1
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Verbintenissenrecht (V)
Staatsrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:1737, Uitspraak, Hoge Raad, 26‑06‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:63, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑02‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑02‑2014
Essentie
De zelfstandige beslissingsvrijheid van de raad brengt mee dat een wederpartij niet erop mag vertrouwen dat handelingen van het college de instemming van de raad hebben indien dat vertrouwen niet mede wordt ontleend aan toedoen van de raad zelf.
Samenvatting
In het stelsel van de Gemeentewet komt groot gewicht toe aan de bevoegdheidsverdeling tussen het college van B&W en de gemeenteraad. De raad heeft een autonome positie, en grote terughoudendheid moet worden betracht bij het aannemen van gebondenheid van een gemeente zonder instemming van de raad in gevallen waar de raad een formele positie in het besluitvormingsproces inneemt. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.