Einde inhoudsopgave
RvdW 2019/1052
Hof heeft verdachte ex art. 416 lid 2 Sv niet-ontvankelijk verklaard in zijn hoger beroep omdat hij geen schriftuur houdende grieven heeft ingediend. Ernstig vermoeden dat namens verdachte wel een schriftuur houdende grieven is ingediend.
HR 01-10-2019, ECLI:NL:HR:2019:1480
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
1 oktober 2019
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, E.S.G.N.A.I. van de Griend, J.C.A.M. Claassens
- Zaaknummer
18/02502
- Conclusie
A-G mr. P.C. Vegter
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1480, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 01‑10‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:978, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑07‑2019
Essentie
Hof heeft verdachte ex art. 416 lid 2 Sv niet-ontvankelijk verklaard in zijn hoger beroep omdat hij geen schriftuur houdende grieven heeft ingediend. Ernstig vermoeden dat namens verdachte wel een schriftuur houdende grieven is ingediend.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, van 21 november 2017, nummer 21/002662-17, in de strafzaak tegen [verdachte], adv.: mr. I.F.J. Beugelsdijk, te Eindhoven.
Conclusie
Conclusie A-G mr. P.C. Vegter:
1. De verdachte is bij arrest van 21 november 2017 door het hof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem bij mondeling arrest niet-ontvankelijk verklaard ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.