NJB 2023/1484
Curaçao. Vervolg van HR 8 juli 2016, ECLI:NL:HR:2016:1434. Hoor en wederhoor. Vordering tot betaling op grond van een boetebeding. Hoge Raad: Het hof kon er niet van uitgaan dat gedaagde geld in eigen zak heeft gestoken zonder gedaagde in de gelegenheid te stellen zich daarover uit te laten. Dat strijdt met het beginsel van hoor en wederhoor.
HR 02-06-2023, ECLI:NL:HR:2023:846
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
2 juni 2023
- Magistraten
Mrs. M.V. Polak, C.H. Sieburgh, G.C. Makkink
- Zaaknummer
21/05304
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:846, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 02‑06‑2023
ECLI:NL:PHR:2022:1074, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑11‑2022
- Wetingang
(art. 6 EVRM)
Essentie
Curaçao. Vervolg van HR 8 juli 2016, ECLI:NL:HR:2016:1434. Hoor en wederhoor. Vordering tot betaling op grond van een boetebeding. Hoge Raad: Het hof kon er niet van uitgaan dat gedaagde geld in eigen zak heeft gestoken zonder gedaagde in de gelegenheid te stellen zich daarover uit te laten. Dat strijdt met het beginsel van hoor en wederhoor.
Partij(en)
A, adv. mr. L.V. van Gardingen, vs. Korpodeko, adv. mrs. J.W.H. van Wijk en J.W. de Jong.
Uitspraak
Feiten en procesverloop
A was indirect houder van alle aandelen in DAE. In 2010 heeft Korpodeko geld geleend aan DAE. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.