Einde inhoudsopgave
Handels- en Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, anderzijds
Artikel 363 Definities
Geldend
Geldend vanaf 01-05-2021
- Bronpublicatie:
30-12-2020, PbEU 2021, L 149 (uitgifte: 30-04-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-05-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-04-2021, PbEU 2021, L 149 (uitgifte: 30-04-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
Ondernemingsrecht / Europees ondernemingsrecht
Douane (V)
1.
Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
- a)
‘marktdeelnemer’: een entiteit of een groep entiteiten die één enkele economische eenheid vormt, ongeacht de rechtsvorm daarvan, en die een economische activiteit uitoefent door goederen of diensten op een markt aan te bieden;
- b)
‘subsidie: financiële bijstand die:
- i)
afkomstig is uit de middelen van de Partijen, met inbegrip van:
- A)
een rechtstreekse of voorwaardelijke overdracht van fondsen zoals rechtstreekse subsidies, leningen of leninggaranties;
- B)
het niet-innen van anderszins verschuldigde inkomsten; of
- C)
de verstrekking van goederen of diensten of de aankoop van goederen of diensten;
- ii)
een economisch voordeel verleent aan een of meer marktdeelnemers;
- iii)
specifiek is voor zover de steun, in feite of in rechte, bepaalde marktdeelnemers ten opzichte van andere bevoordeelt met betrekking tot de productie van bepaalde goederen of diensten; en
- vi)
een effect op het handelsverkeer of de investeringen tussen de Partijen heeft of kan hebben.
2.
Voor de toepassing van lid 1, punt b), iii),:
- a)
wordt een belastingmaatregel niet als specifiek beschouwd, tenzij:
- i)
bepaalde marktdeelnemers een verlaging krijgen van de verschuldigde belasting die zij anders uit hoofde van het normale belastingstelsel zouden hebben gedragen; en
- ii)
die marktdeelnemers een gunstigere behandeling krijgen ten opzichte van andere marktdeelnemers die zich in een vergelijkbare positie binnen het normale belastingstelsel bevinden. Voor de toepassing van dit punt, wordt een normaal belastingstelsel gedefinieerd op basis van het interne doel, de kenmerken (zoals de belastinggrondslag, de belastingplichtige, het belastbare feit of het belastingtarief), en een autoriteit die institutioneel, procedureel, economisch en financieel autonoom is en bevoegd is om de kenmerken van het belastingstelsel vorm te geven;
- b)
wordt niettegenstaande punt a) een subsidie niet als specifiek beschouwd indien de subsidie gerechtvaardigd is door beginselen die inherent zijn aan de opzet van het algemene stelsel; voorbeelden van dergelijke inherente beginselen in het geval van belastingmaatregelen zijn het bestrijden van fraude of belastingontduiking, administratieve beheersbaarheid, voorkomen van dubbele belasting, het beginsel van fiscale neutraliteit, de progressieve aard van de inkomstenbelasting en de herverdelende functie ervan, of de noodzaak om de draagkracht van belastingplichtigen te eerbiedigen;
- c)
worden niettegenstaande punt a) heffingen voor speciale doeleinden niet als specifiek beschouwd indien zij moeten worden ontwikkeld op grond van niet-economische beleidsdoelstellingen, zoals de noodzaak om de negatieve gevolgen van bepaalde activiteiten of producten voor het milieu of de menselijke gezondheid te beperken, voor zover de beleidsdoelstellingen niet discriminerend zijn1..
Voetnoten
In dit verband betekent discriminatie dat een economische actor minder gunstig wordt behandeld dan een andere in een vergelijkbare situatie en dat dit verschil in behandeling niet wordt gerechtvaardigd door objectieve criteria.