HR, 11-03-2022, nr. 21/03059
ECLI:NL:HR:2022:353
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
11-03-2022
- Zaaknummer
21/03059
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2022:353, Uitspraak, Hoge Raad, 11‑03‑2022; (Cassatie, Artikel 80a RO-zaken)
In cassatie op: ECLI:NL:CRVB:2021:1413
- Vindplaatsen
Uitspraak 11‑03‑2022
Inhoudsindicatie
HR verklaart het beroep in cassatie n-o met toepassing van art. 80a RO.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
BELASTINGKAMER
Nummer 21/03059
Datum 11 maart 2022
ARREST
in de zaken van
1. [X1] LTD te [Z] , Cyprus,
2. [X2] te [Z] ,
3. [X3] te [Z] ,
4. [X4] te [Z] ,
5. [X5] te [Z] ,
6. [X6] te [Z] ,
7. [X7] te [Z] ,
8. [X8] te [Z] (hierna: belanghebbenden)
vertegenwoordigd door M.J. van Dam
tegen
de RAAD VAN BESTUUR VAN DE SOCIALE VERZEKERINGSBANK
op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Centrale Raad van Beroep van 10 juni 2021, nrs. 19/5123 AOW1., 19/5124 AOW, 19/5219 AOW, 19/5220 AOW, 19/5223 AOW, 19/5224 AOW, 19/5226 AOW, 19/5227 AOW, 19/05229 AOW, 19/5230 AOW, 19/5231 AOW, 19/5232 AOW, 19/5236 AOW, 19/5237 AOW, 19/5239 AOW, 19/5241 AOW, 19/5244 AOW, 19/5246 AOW, 19/5247 AOW, 19/5249 AOW t/m 19/5252 AOW, betreffende ten aanzien van belanghebbenden genomen besluiten van de Sociale Verzekeringsbank.
1. Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie
De Hoge Raad heeft de middelen over de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep beoordeeld. De procureur-generaal bij de Hoge Raad heeft de gelegenheid gekregen een advies uit te brengen.
De Hoge Raad is tot het oordeel gekomen dat het cassatieberoep duidelijk niet kan slagen. Hij zal daarom gebruikmaken van de mogelijkheid om het beroep zonder verdere motivering niet-ontvankelijk te verklaren (zie artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie).
2. Proceskosten
De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.
3. Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de vice-president R.J. Koopman als voorzitter, en de raadsheren A.F.M.Q. Beukers-van Dooren en M.T. Boerlage, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 11 maart 2022.
Voetnoten
Voetnoten Uitspraak 11‑03‑2022