NJ 2017/425
Rotterdamse havenaffaire: handelen als ambtenaar in strijd met zijn plicht conform art. 177 (oud) Sr.
HR 11-04-2017, ECLI:NL:HR:2017:641, m.nt. B.F. Keulen
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
11 april 2017
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, H.A.G. Splinter-van Kan, V. van den Brink, E.F. Faase, M.J. Borgers
- Zaaknummer
15/03493
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Noot
B.F. Keulen
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS110914:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:641, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 11‑04‑2017
ECLI:NL:PHR:2016:1489, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑11‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 05‑06‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 16‑06‑2015
- Wetingang
Art. 177 (oud) Sr
Essentie
Omkoping ambtenaar: handelen in strijd met zijn plicht conform art. 177 (oud) Sr.
Art. 177 (oud) Sr ziet niet alleen op de situatie dat een direct verband bestaat tussen de gift of belofte enerzijds en een concrete tegenprestatie anderzijds, maar ook op het doen van giften of beloften aan een ambtenaar om aldus een relatie met die ambtenaar te doen ontstaan/onderhouden met het doel een voorkeursbehandeling te krijgen.
Het hof kon oordelen dat N. “in strijd met zijn plicht als ambtenaar [heeft] gehandeld, welke plicht onder meer inhoudt dat de ambtenaar integer handelt, neutraal ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.