V-N 2018/6.11
Skilerares die tijdens onbetaald verlof in Oostenrijk werkt, pleegt werkzaamheden uit te oefenen op grondgebied van twee lidstaten
HR 19-01-2018, ECLI:NL:HR:2018:49, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
19 januari 2018
- Magistraten
Feteris, Fierstra, Wortel, De Groot, Beukers-van Dooren
- Zaaknummer
14/05346
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS928110:1
- Vakgebied(en)
Premieheffing / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:49, Uitspraak, Hoge Raad, 19‑01‑2018
ECLI:NL:HR:2015:3177, Uitspraak, Hoge Raad, 30‑10‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 24‑04‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:491, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 31‑03‑2015
- Wetingang
art. 14 lid 5 Verordening (EEG) 987/2009; art. 13 lid 2 onderdeel a en art. 14 lid 2 onderdeel b Verordening (EEG) nr. 1408/71; art. 13 lid 1 Verordening (EEG) nr. 883/2004
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat de Nederlandse socialezekerheidswetgeving van toepassing is op X. X behoudt namelijk tijdens de periode van onbetaald verlof de hoedanigheid van werknemer in de zin van de socialezekerheidswetgeving, en pleegt werkzaamheden in loondienst in Nederland uit te oefenen.
Samenvatting
Belanghebbende, X, woont in Nederland en is in loondienst werkzaam bij D bv. Vanaf 1 december 2008 tot en met 28 februari 2009 verblijft X in Oostenrijk en werkt daar in loondienst als skilerares. Voor deze periode is X met D bv overeengekomen dat zij onbetaald verlof opneemt. In de IB-aangifte 2009 vraagt X voor ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.