Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2024/1348 tot vaststelling van een gemeenschappelijke procedure voor internationale bescherming in de Unie en tot intrekking van Richtlijn 2013/32/EU
Artikel 22 Waarborgen voor minderjarigen
Geldend
Geldend vanaf 11-06-2024
- Bronpublicatie:
14-05-2024, PbEU L 2024, 2024/1348 (uitgifte: 22-05-2024, regelingnummer: 2024/1348)
- Inwerkingtreding
11-06-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-05-2024, PbEU L 2024, 2024/1348 (uitgifte: 22-05-2024, regelingnummer: 2024/1348)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Algemeen
1.
Bij de toepassing van deze verordening vormt het belang van het kind voor de bevoegde autoriteiten de eerste overweging.
2.
De beslissingsautoriteit beoordeelt het belang van het kind overeenkomstig artikel 26 van Verordening (EU) 2024/1346.
3.
De beslissingsautoriteit stelt een minderjarige in de gelegenheid een persoonlijk onderhoud te hebben, ook wanneer hij of zij overeenkomstig artikel 32 en artikel 33, lid 1, in eigen naam een verzoek heeft gedaan, tenzij dit niet in het belang van het kind is. In dat geval motiveert de beslissingsautoriteit de beslissing om een minderjarige niet in de gelegenheid te stellen een persoonlijk onderhoud te hebben.
Het persoonlijk onderhoud met een minderjarige wordt gevoerd door een persoon die over de nodige kennis over de rechten en bijzondere behoeften van minderjarigen beschikt. Het wordt op een kindvriendelijke en contextspecifieke manier gevoerd, waarbij rekening wordt gehouden met de leeftijd en de maturiteit van het kind.
4.
In het geval van een begeleide minderjarige, wordt het persoonlijk onderhoud gevoerd in aanwezigheid van een voor hem of haar volgens het recht of de praktijk van de betrokken lidstaat verantwoordelijke volwassene en een juridisch adviseur, indien deze is aangesteld. De lidstaten kunnen, indien nodig en wanneer dit in het belang van het kind is, het persoonlijk onderhoud met deze minderjarige ook voeren in aanwezigheid van een persoon die over de nodige vaardigheden en deskundigheid beschikt. Om gerechtvaardigde redenen en alleen indien dit in het belang van het kind is, kan de beslissingsautoriteit een onderhoud met de minderjarige voeren zonder de aanwezigheid van een verantwoordelijke volwassene, op voorwaarde dat zij ervoor zorgt dat de minderjarige tijdens het onderhoud wordt bijgestaan door een persoon met de nodige vaardigheden en deskundigheid om zijn of haar belangen te beschermen.
5.
De beslissing over het verzoek van een minderjarige wordt voorbereid door het daartoe aangewezen personeel van de beslissingsautoriteit. Dat personeel beschikt over de nodige kennis en heeft een passende opleiding gekregen over de rechten en bijzondere behoeften van minderjarigen.