RCR 2018/10
Faillissement. Verrekening. Komt de pandhouder bij het faillissement van de pandgever een beroep op art. 6:136 BW toe wanneer de debiteur van de verpande vordering zich beroept op verrekening?
HR 24-11-2017, ECLI:NL:HR:2017:3017
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
24 november 2017
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, G. Snijders, G. de Groot, C.E. du Perron, C.H. Sieburgh
- Zaaknummer
16/05102
- Conclusie
A-G mr. E.B. Rank-Berenschot
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS928186:1
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Faillissement
Goederenrecht / Zekerheidsrechten
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:3017, Uitspraak, Hoge Raad, 24‑11‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:942, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 15‑09‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 30‑05‑2016
- Wetingang
Art. 6:136 BW; art. 53 Fw
Essentie
Faillissement pandgever. Beroep debiteur op verrekening. Overeenkomstige toepassing art. 53 lid 3 Fw.
Komt de pandhouder bij het faillissement van de pandgever een beroep op art. 6:136 BW toe wanneer de debiteur van de verpande vordering zich beroept op verrekening?
Samenvatting
EnergiQ en Artis hebben in 2009 een raamovereenkomst gesloten. Sindsdien heeft Artis verschillende opdrachten aan EnergiQ gegeven tot het verrichten van diverse installatiewerkzaamheden. EnergiQ heeft onder meer werkzaamheden verricht in de Fazanterie, het schildpaddenverblijf, het Apenhuis en de vijver van de door Artis geëxploiteerde dierentuin. EnergiQ heeft haar vordering op Artis verpand ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.