Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2023/1113 betreffende bij geldovermakingen en overdrachten van bepaalde cryptoactiva te voegen informatie en tot wijziging van Richtlijn (EU) 2015/849
Artikel 7 Opsporing van ontbrekende informatie over de betaler of de begunstigde
Geldend
Geldend vanaf 29-06-2023
- Bronpublicatie:
31-05-2023, PbEU 2023, L 150 (uitgifte: 09-06-2023, regelingnummer: 2023/1113)
- Inwerkingtreding
29-06-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
31-05-2023, PbEU 2023, L 150 (uitgifte: 09-06-2023, regelingnummer: 2023/1113)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Europees financieel recht
Openbare orde en veiligheid / Terrorismebestrijding
1.
De betalingsdienstaanbieder van de begunstigde voert doeltreffende procedures in om op te sporen of de velden voor informatie over de betaler en de begunstigde in het voor de geldovermaking gebruikte berichten- of betalings- en afwikkelingssysteem zijn ingevuld met karakters of gegevens die toegelaten zijn overeenkomstig de procedures van dat systeem.
2.
De betalingsdienstaanbieder van de begunstigde voert doeltreffende procedures in, onder meer, waar passend, monitoring na of tijdens de overmakingen, om op te sporen of de volgende informatie over de betaler en de begunstigde ontbreekt:
- a)
bij geldovermakingen waarbij de betalingsdienstaanbieder van de betaler in de Unie is gevestigd, de in artikel 5 bedoelde informatie;
- b)
bij geldovermakingen waarbij de betalingsdienstaanbieder van de betaler buiten de Unie is gevestigd, de in artikel 4, lid 1, punten a), b) en c), en artikel 4, lid 2, punten a) en b), bedoelde informatie;
- c)
bij blokovermakingen waarbij de betalingsdienstaanbieder van de betaler buiten de Unie is gevestigd, de in artikel 4, lid 1, punten a), b) en c), en artikel 4, lid 2, punten a) en b), bedoelde informatie met betrekking tot die blokovermaking.
3.
Bij geldovermakingen van meer dan 1 000 EUR, ongeacht of die overmakingen worden uitgevoerd als een enkele transactie dan wel in meerdere transacties die met elkaar in verband lijken te staan, verifieert de betalingsdienstaanbieder van de begunstigde, alvorens de betaalrekening van de begunstigde te crediteren of hem de geldmiddelen ter beschikking te stellen, de juistheid van de in lid 2 van dit artikel bedoelde informatie over de begunstigde op basis van documenten, gegevens of informatie uit betrouwbare en onafhankelijke bron, onverminderd de bij de artikelen 83 en 84 van Richtlijn (EU) 2015/2366 vastgestelde vereisten.
4.
Bij geldovermakingen van ten hoogste 1 000 EUR die geen verband lijken te houden met andere geldovermakingen die samen met de betrokken geldovermaking 1 000 EUR overschrijden, hoeft de betalingsdienstaanbieder van de begunstigde de juistheid van de informatie over de begunstigde niet te verifiëren, tenzij de betalingsdienstaanbieder van de begunstigde:
- a)
de geldmiddelen contant of als anoniem elektronisch geld uitbetaalt, of
- b)
goede redenen heeft om het witwassen van geld of terrorismefinanciering te vermoeden.
5.
De verificatie als bedoeld in de leden 3 en 4 van dit artikel wordt geacht te zijn verricht indien aan een van onderstaande voorwaarden is voldaan:
- a)
de identiteit van de betaler is geverifieerd overeenkomstig artikel 13 van Richtlijn (EU) 2015/849 en de daarbij verkregen informatie is bewaard overeenkomstig artikel 40 van die richtlijn;
- b)
artikel 14, lid 5, van Richtlijn (EU) 2015/849 is van toepassing is op de begunstigde.