Verordening (EU) 2020/2094 tot vaststelling van een herstelinstrument van de Europese Unie ter ondersteuning van het herstel na de COVID-19-crisis
Artikel 2 Financiering van het instrument en toewijzing van middelen
Geldend
Geldend vanaf 23-12-2020
- Bronpublicatie:
14-12-2020, PbEU 2020, L 433 I (uitgifte: 22-12-2020, regelingnummer: 2020/2094)
- Inwerkingtreding
23-12-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-12-2020, PbEU 2020, L 433 I (uitgifte: 22-12-2020, regelingnummer: 2020/2094)
- Vakgebied(en)
Corona (V)
EU-recht / Financiering
1.
Het instrument wordt gefinancierd tot en met een bedrag van 750 000 miljoen EUR in prijzen van 2018 op basis van de in artikel 5 van het eigenmiddelenbesluit bepaalde machtiging.
Met het oog op de toepassing onder de specifieke Unieprogramma's wordt het in de eerste alinea bedoelde bedrag aangepast op basis van een vaste deflator van 2 % per jaar. Voor vastleggingskredieten is die deflator van toepassing op de jaarlijkse tranches.
2.
Het in lid 1 genoemde bedrag wordt als volgt toegewezen:
- a)
steun van maximaal 384 400 miljoen EUR in prijzen van 2018 in de vorm van niet-terugbetaalbare steun en terugbetaalbare steun door middel van financiële instrumenten, wordt als volgt toegewezen:
- i)
maximaal 47 500 miljoen EUR in prijzen van 2018 voor structuur- en cohesieprogramma's van het meerjarig financieel kader 2014–2020, zoals versterkt tot 2022, met inbegrip van steun door middel van financiële instrumenten;
- ii)
maximaal 312 500 miljoen EUR in prijzen van 2018 voor een programma ter financiering van het herstel en de economische en sociale veerkracht via steun voor hervormingen en investeringen;
- iii)
maximaal 1 900 miljoen EUR in prijzen van 2018 voor programma's inzake civiele bescherming;
- iv)
maximaal 5 000 miljoen EUR in prijzen van 2018 voor programma's inzake onderzoek en innovatie, waaronder steun door middel van financiële instrumenten;
- v)
maximaal 10 000 miljoen EUR in prijzen van 2018 voor programma's ter ondersteuning van gebieden in hun transitie naar een klimaatneutrale economie;
- vi)
maximaal 7 500 miljoen EUR in prijzen van 2018 voor de ontwikkeling van plattelandsgebieden.
- b)
maximaal 360 000 miljoen EUR in prijzen van 2018 aan leningen aan de lidstaten voor een programma tot financiering van het herstel en de economische en sociale veerkracht via steun voor hervormingen en investeringen.
- c)
maximaal 5 600 miljoen EUR in prijzen van 2018 voor voorzieningen voor begrotingsgaranties en voor bijbehorende uitgaven voor programma's gericht op ondersteunende investeringsverrichtingen op het gebied van intern beleid van de Unie.