Deze zaak hangt samen met de ontnemingszaak tegen verdachte 10/02675, waarin ik heden eveneens concludeer.
HR, 17-04-2012, nr. 10/02668
ECLI:NL:HR:2012:BW2467
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
17-04-2012
- Zaaknummer
10/02668
- Conclusie
Mr. Silvis
- LJN
BW2467
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:PHR:2012:BW2467, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑04‑2012
Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2012:BW2467
ECLI:NL:HR:2012:BW2467, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 17‑04‑2012; (Cassatie)
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2012:BW2467
- Vindplaatsen
Conclusie 17‑04‑2012
Mr. Silvis
Partij(en)
Nr. 10/026681.
Mr. Silvis
Zitting 6 maart 2012
Conclusie inzake:
[verdachte]
1.
Verdachte is bij arrest van 1 november 2005 door het Gerechtshof te Leeuwarden wegens "opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2, eerste lid, aanhef en onder B, van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd", bij verstek veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 15 maanden met aftrek.
2.
Namens verdachte heeft mr. J. Boksem, advocaat te Leeuwarden, een middel van cassatie voorgesteld.
3.
Het middel klaagt dat de bewezenverklaring niet uit de bewijsmiddelen kan volgen, nu de bewijsmiddelen niets inhouden waaruit kan worden afgeleid dat verzoeker opzettelijk een hoeveelheid van "een materiaal bevattende MDA (Tenamfetamine) en/of MDMA en/of N-ethyl MDA" heeft verkocht, afgeleverd, verstrekt en vervoerd.
4.
Het hof heeft ten laste van verdachte bewezenverklaard dat:
"hij in de periode van 1 oktober 2002 tot en met 13 mei 2003, in Nederland, meermalen, opzettelijk heeft verkocht en afgeleverd en verstrekt en vervoerd, een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDA (Tenamfetamine) en/of MDMA en/of N-ethyl MDA en/of een hoeveelheid cocaïne en/of een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde cocaïne en tenamfetamine en MDMA en N-ethyl-MDA en amfetamine telkens een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I."
5.
Zorgvuldige lezing van de bewijsmiddelen leert dat daarin - voor zover voor het middel van belang - enkel wordt gesproken over XTC-pillen en XTC. De begrippen MDA (Tenamfetamine) en/of MDMA en/of N-ethyl MDA komen nergens in de gebezigde bewijsmiddelen voor. Onder de benaming XTC worden ook middelen verkocht met andere werkzame bestanddelen. Het bewezenverklaarde kan derhalve niet uit de gebezigde bewijsmiddelen volgen.2.
6.
Het middel is dus terecht voorgesteld.
7.
Gronden waarop de Hoge Raad gebruik zou moeten maken van zijn bevoegdheid de bestreden uitspraak ambtshalve te vernietigen heb ik niet aangetroffen.
8.
Deze conclusie strekt tot vernietiging van de bestreden uitspraak, en tot terug- dan wel verwijzing van de zaak, opdat deze op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan.
De Procureur-Generaal
bij de Hoge Raad der Nederlanden
AG
Voetnoten
Voetnoten Conclusie 17‑04‑2012
Vgl. HR 25 november 2003, LJN: AM2764; HR 15 november 2005, LJN: AU3482.
Uitspraak 17‑04‑2012
Inhoudsindicatie
Gegronde bewijsklacht.
Partij(en)
17 april 2012
Strafkamer
nr. S 10/02668
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een bij verstek gewezen arrest van het Gerechtshof te Leeuwarden van 1 november 2005, nummer 24/000355-04, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1981, wonende te [woonplaats].
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. J. Boksem, advocaat te Leeuwarden, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Silvis heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest en tot terugwijzing van de zaak naar het Hof dan wel verwijzing naar een aangrenzend hof teneinde op het bestaande hoger beroep opnieuw te worden berecht en afgedaan.
2. Beoordeling van het middel
2.1.
Het middel klaagt dat de bewezenverklaring ontoereikend is gemotiveerd.
2.2.
Het Hof heeft ten laste van de verdachte bewezenverklaard dat:
"hij in de periode van 1 oktober 2002 tot en met 13 mei 2003, in Nederland, meermalen, opzettelijk heeft verkocht en afgeleverd en verstrekt en vervoerd, een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDA (Tenamfetamine) en/of MDMA en/of N-ethyl-MDA en/of een hoeveelheid cocaïne en/of een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde cocaïne en tenamfetamine en MDMA en N-ethyl-MDA en amfetamine telkens een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I."
2.3.
Deze bewezenverklaring steunt op de bewijsmiddelen die zijn weergegeven in de aanvulling op het verkorte arrest als bedoeld in art. 365a, tweede lid, Sv.
2.4.
Aangezien de bewezenverklaring, voor zover behelzende dat de verdachte de in de tenlastelegging omschreven gedragingen heeft verricht met betrekking tot "een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDA (Tenamfetamine) en/of MDMA en/of N-ethyl-MDA en/of een hoeveelheid (...) van een materiaal bevattende amfetamine" niet zonder meer kan worden afgeleid uit de bewijsvoering van het Hof, is de bestreden uitspraak niet naar de eis der wet met redenen omkleed.
2.5.
Het middel slaagt.
3. Slotsom
Hetgeen hiervoor is overwogen, brengt mee dat de bestreden uitspraak niet in stand kan blijven en als volgt moet worden beslist.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak;
wijst de zaak terug naar het Gerechtshof te Leeuwarden, opdat de zaak op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren J. de Hullu en Y. Buruma, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken op 17 april 2012.