RvdW 2009, 951
Onbegrijpelijke strafmotivering
HR 07-07-2009, ECLI:NL:HR:2009:BI4688
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
7 juli 2009
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, B.C. de Savornin Lohman, M.A. Loth
- Zaaknummer
07/10873
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
BI4688
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2009:BI4688, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 07‑07‑2009
ECLI:NL:PHR:2009:BI4688, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑05‑2009
Essentie
Onbegrijpelijke strafmotivering.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 18 juli 2007, nummer 23/003644-06, in de strafzaak tegen [Verdachte]. Adv. mr. G.P. Hamer en mr. M.J.C. Zuurbier, beiden te Amsterdam.
Voorgaande uitspraak
Hoge Raad:
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze hebben mr. G.P. Hamer en mr. M.J.C. Zuurbier, beiden advocaat te Amsterdam, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Vellinga heeft geconcludeerd tot vernietiging van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.