5.5.1.1 Enkele aanknoping

Bij toepassing van de enkele aanknoping bij grensoverschrijdende splitsing, zou alleen het recht dat van toepassing is op de splitsende vennootschap toegepast worden, dan wel alleen het recht dat van toepassing is op de verkrijgende vennootschap of iedere verkrijgende vennootschap. De nadelen van enkele aanknoping bij grensoverschrijdende splitsing zijn gelijk aan die bij grensoverschrijdende fusie, namelijk dat geen rekening wordt gehouden met hetzij het recht dat van toepassing is op de verkrijgende vennootschap – bij toepassing van het recht van de verdwijnende vennootschap –, hetzij het recht dat van toepassing is op de verdwijnende vennootschap – bij toepassing van het recht dat van toepassing is op de verkrijgende vennootschap.

Bij toepassing van alleen het recht dat van toepassing is op de splitsende vennootschap, wordt bijvoorbeeld de vermogensovergang onder algemene titel geheel beheerst door het recht van de splitsende vennootschap en wordt voorbijgegaan aan de vraag of de verkrijgende vennootschap het (gehele) vermogen wel onder algemene titel kan verkrijgen. Indien een verkrijgende vennootschap in het kader van een grensoverschrijdende splitsing nieuw zou worden opgericht, zou deze oprichting, bij toepassing van alleen het recht dat van toepassing is op de splitsende vennootschap, niet plaatsvinden in overeenstemming met het recht van de staat dat van toepassing zal worden op de verkrijgende, nieuw opgerichte vennootschap, maar zou de oprichting plaatsvinden in overeenstemming met het recht dat van toepassing is op de splitsende vennootschap. Met name dat laatste is iets wat tegenstrijdig is en niet strookt met algemene principes van het internationale vennootschapsrecht. Een vennootschap wordt immers beheerst door het recht waarnaar zij is opgericht en het recht dat van toepassing is op de vennootschap, beheerst tevens de oprichting. Dat principe is als onderdeel van het incorporatiestelsel in het Nederlandse recht neergelegd in artikel 10:119 BW.

Aan toepassing van alleen het recht dat van toepassing is op de verkrijgende vennootschap(pen) zijn ook andere nadelen verbonden. Bij toepassing van alleen het recht dat van toepassing is op de verkrijgende vennootschap(pen), wordt bijvoorbeeld geen aandacht besteed aan de (on)mogelijkheid dat bepaalde vermogensbestanddelen wel of niet onder algemene titel kunnen overgaan van de splitsende vennootschap op een verkrijgende vennootschap. Daarnaast zou, bij toepassing van alleen het recht dat van toepassing is op de verkrijgende vennootschap(pen), voorbij worden gegaan aan de bescherming van de belangen van belanghebbenden van de splitsende vennootschap, zoals minderheidsaandeelhouders, schuldeisers en werknemers. Ten slotte zou, indien de splitsende vennootschap zou ophouden te bestaan, het ophouden te bestaan geheel worden beheerst door het recht dat van toepassing is op de verkrijgende vennootschap(pen) en niet door het recht dat van toepassing is op de splitsende vennootschap. Ook dat strookt niet met algemene principes van het internationale vennootschapsrecht, omdat niet alleen de oprichting van een vennootschap wordt beheerst door het toepasselijke recht op een vennootschap, maar ook de beëindiging van het bestaan van een vennootschap. Dat principe is als onderdeel van het incorporatiestelsel in het Nederlandse recht neergelegd in artikel 10:119 sub f BW.