RvdW 2015/704
Regeling voor vrijstelling leerplicht is niet in strijd met art. 8, 9 en 14 EVRM en art. 2 Eerste Protocol EVRM.
HR 26-05-2015, ECLI:NL:HR:2015:1338
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
26 mei 2015
- Magistraten
Mrs A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, Y. Buruma, N. Jörg, V. van den Brink
- Zaaknummer
14/00768
- Conclusie
A-G mr. T.N.B.M. Spronken
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onderwijsrecht (V)
Bijzonder strafrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Internationaal belastingrecht / Discriminatieverbod
Europees belastingrecht / Discriminatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:1338, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 26‑05‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:671, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑02‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 11‑04‑2014
- Wetingang
Essentie
1. Een verklaring dat tegen de richting van het onderwijs op alle binnen redelijke afstand van de woning overwegende bedenkingen bestaan, is niet geldig indien de jongere in het voorafgaande jaar geplaatst is geweest op een school van de richting waartegen bedenkingen worden geuit (art. 8 lid 2 Leerplichtwet 1969 (Lpw)). Aldus maakt art. 8 lid 2 Lpw geen ongerechtvaardigde inbreuk op art. 9 EVRM en art. 2 Eerste Protocol EVRM, nu dit er niet aan in de weg staat dat de verdachte zijn zoon een school doet bezoeken die past bij zijn geloofsovertuiging of ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.