Einde inhoudsopgave
Handels- en Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, anderzijds
Artikel 91 Technische voorschriften
Geldend
Geldend vanaf 01-05-2021
- Bronpublicatie:
30-12-2020, PbEU 2021, L 149 (uitgifte: 30-04-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-05-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-04-2021, PbEU 2021, L 149 (uitgifte: 30-04-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
Ondernemingsrecht / Europees ondernemingsrecht
Douane (V)
1.
Elke Partij voert effectbeoordelingen van voorgenomen technische voorschriften uit overeenkomstig haar respectieve regels en procedures. De in dit lid en in lid 8 bedoelde regels en procedures kunnen voorzien in uitzonderingen.
2.
Elke Partij beoordeelt de beschikbare regelgevings- en niet-regelgevingsalternatieven voor het voorgestelde technisch voorschrift waarmee de legitieme doelstellingen van de Partij kunnen worden bereikt, overeenkomstig artikel 2.2 van de TBT-Overeenkomst.
3.
Elke Partij gebruikt relevante internationale normen als basis voor haar technische voorschriften, tenzij zij kan aantonen dat die internationale normen ondoelmatig of ongeschikt zijn voor de verwezenlijking van de beoogde legitieme doelstellingen.
4.
De door de Internationale Organisatie voor normalisatie (ISO), de Internationale Elektrotechnische Commissie (IEC), de Internationale Telecommunicatie- unie (ITU) en de Codex Alimentarius Commissie (Codex) ontwikkelde internationale normen worden beschouwd als de relevante internationale normen in de zin van de artikelen 2 en 5 van en bijlage 3 bij de TBT-Overeenkomst.
5.
Ook een door andere internationale organisaties ontwikkelde norm kan als een relevante internationale norm in de zin van de artikelen 2 en 5 van en bijlage 3 bij de TBT-Overeenkomst worden beschouwd, mits:
- a)
die is ontwikkeld door een normalisatie- instelling die consensus nastreeft tussen
- i)
hetzij nationale delegaties van de deelnemende WTO-leden die alle nationale normalisatie- instellingen op hun grondgebied vertegenwoordigen welke over het voorwerp van de internationale normalisatieactiviteit normen hebben vastgesteld of voornemens zijn vast te stellen,
- ii)
hetzij overheidsorganen van deelnemende WTO-leden; en
- b)
die is ontwikkeld overeenkomstig het Besluit van de WTO-Commissie technische handelsbelemmeringen inzake de beginselen voor de ontwikkeling van internationale normen, richtsnoeren en aanbevelingen met betrekking tot de artikelen 2 en 5 van en bijlage 3 bij de TBT-Overeenkomst1..
6.
Wanneer een Partij geen internationale normen als basis voor een technisch voorschrift gebruikt, stelt zij op verzoek van de andere Partij elke substantiële afwijking van de relevante internationale norm vast, zet zij uiteen waarom die normen ongeschikt of ondoeltreffend werden geacht voor het nagestreefde doel, en verstrekt zij het wetenschappelijke of technische bewijsmateriaal waarop die beoordeling werd gebaseerd.
7.
Elke Partij evalueert haar technische voorschriften met het oog op een grotere convergentie van die technische voorschriften met relevante internationale normen, waarbij onder meer rekening wordt gehouden met nieuwe ontwikkelingen in de desbetreffende internationale normen of veranderingen in de omstandigheden die tot afwijking van relevante internationale normen heeft geleid.
8.
Overeenkomstig haar respectieve regels en procedures en onverminderd titel X van deze afdeling ziet elke Partij er bij de ontwikkeling van belangrijke technische voorschriften die aanzienlijke gevolgen voor het handelsverkeer kunnen hebben, op toe dat er procedures bestaan die personen in staat stellen hun mening te geven in een openbare raadplegingsprocedure, behalve wanneer zich dringende problemen voordoen of dreigen voor te doen op het gebied van veiligheid, gezondheid, milieu of nationale veiligheid. Elke Partij staat personen van de andere Partij toe aan die raadplegingsprocedure deel te nemen onder voorwaarden die niet minder gunstig zijn dan die welke voor haar eigen onderdanen gelden, en maakt de resultaten van die raadplegingsprocedure openbaar.
Voetnoten
G/TBT/9 van 13 november 2000, bijlage 4.