Einde inhoudsopgave
Verdrag tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van het Koninkrijk Saudi-Arabië tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen
Artikel 11 Inkomsten uit schuldvorderingen
Geldend
Geldend vanaf 01-12-2010
- Bronpublicatie:
13-10-2008, Trb. 2008, 214 (uitgifte: 17-12-2008, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-12-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-12-2010, Trb. 2010, 329 (uitgifte: 23-12-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal belastingrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Belastingverdragen
1.
Inkomsten uit schuldvorderingen afkomstig uit een Verdragsluitende Staat en betaald aan een inwoner van de andere Verdragsluitende Staat mogen in die andere Staat worden belast.
2.
Deze inkomsten uit schuldvorderingen mogen echter ook in de Verdragsluitende Staat waaruit zij afkomstig zijn overeenkomstig de wetgeving van die Staat worden belast, maar indien de genieter de uiteindelijk gerechtigde tot de inkomsten uit schuldvorderingen is, mag de aldus geheven belasting 5 percent van het brutobedrag van de inkomsten uit schuldvorderingen niet overschrijden. De bevoegde autoriteiten van de Verdragsluitende Staten regelen in onderlinge overeenstemming de wijze van toepassing van deze beperking.
3.
Niettegenstaande de bepalingen van het tweede lid van dit artikel, zijn inkomsten uit schuldvorderingen afkomstig uit een Verdragsluitende Staat en betaald aan een inwoner van de andere Verdragsluitende Staat, die de uiteindelijk gerechtigde tot deze inkomsten is, slechts in die andere Verdragsluitende Staat belastbaar, indien deze inkomsten:
- a.
worden betaald door de Regering van een Verdragsluitende Staat, een staatkundig of administratief onderdeel of plaatselijk publiekrechtelijk lichaam daarvan; of
- b.
worden betaald aan de Regering van de andere Verdragsluitende Staat, een staatkundig of administratief onderdeel of plaatselijk publiekrechtelijk lichaam daarvan; of
- c.
worden betaald aan de centrale bank van de andere Verdragsluitende Staat of een rechtspersoonlijkheid bezittend lichaam (met inbegrip van financiële instellingen) wordt beheerst door of eigendom is van die Staat, een staatkundig of administratief onderdeel of een plaatselijk publiekrechtelijk lichaam daarvan.
4.
De uitdrukking ‘inkomsten uit schuldvorderingen’, zoals gebezigd in dit artikel, betekent inkomsten uit schuldvorderingen van welke aard ook, al dan niet verzekerd door hypotheek en al dan niet aanspraak gevend op een aandeel in de winst van de schuldenaar, en in het bijzonder inkomsten uit overheidsleningen en inkomsten uit obligaties of schuldbewijzen, waaronder begrepen de aan zodanige leningen, obligaties of schuldbewijzen verbonden premies en prijzen. In rekening gebrachte boetes voor te late betaling worden voor de toepassing van dit artikel niet als inkomsten uit schuldvorderingen aangemerkt.
5.
De bepalingen van het eerste en tweede lid van dit artikel zijn niet van toepassing indien de uiteindelijk gerechtigde tot de inkomsten uit schuldvorderingen, die inwoner is van een Verdragsluitende Staat, in de andere Verdragsluitende Staat waaruit de inkomsten uit schuldvorderingen afkomstig zijn, een bedrijf uitoefent door middel van een aldaar gevestigde vaste inrichting of in die andere Staat zelfstandige arbeid verricht vanuit een aldaar gevestigd vast middelpunt, en de schuldvordering uit hoofde waarvan de inkomsten uit schuldvorderingen worden betaald, tot het bedrijfsvermogen van die vaste inrichting of tot het beroepsvermogen van dat vaste middelpunt behoort. In dat geval zijn, naar gelang van het geval de bepalingen van artikel 7 of van artikel 14, van toepassing.
6.
Inkomsten uit schuldvorderingen worden geacht afkomstig te zijn uit een Verdragsluitende Staat indien zij worden betaald door die Staat zelf, door een staatkundig of administratief onderdeel, door een plaatselijk publiekrechtelijk lichaam of door een inwoner van die Staat. Indien evenwel de persoon die de inkomsten betaalt, of hij inwoner van een Verdragsluitende Staat is of niet, in een Verdragsluitende Staat een vaste inrichting of een vast middelpunt heeft waarvoor de schuld ter zake waarvan de inkomsten worden betaald was aangegaan en deze inkomsten ten laste komen van die vaste inrichting of van dat vaste middelpunt, worden deze inkomsten geacht afkomstig te zijn uit de Staat waar de vaste inrichting of het vaste middelpunt is gevestigd.
7.
Indien, wegens een bijzondere verhouding tussen de schuldenaar en de uiteindelijk gerechtigde of tussen hen beiden en een derde, het bedrag van de inkomsten uit schuldvorderingen, gelet op de schuldvordering ter zake waarvan deze worden betaald, hoger is dan het bedrag dat zonder zulk een verhouding door de schuldenaar en de uiteindelijk gerechtigde zou zijn overeengekomen, zijn de bepalingen van dit artikel slechts op het laatstbedoelde bedrag van toepassing. In dat geval blijft het daarboven uitgaande deel van het betaalde bedrag belastbaar overeenkomstig de wetgeving van elk van de Verdragsluitende Staten, zulks met inachtneming van de overige bepalingen van dit Verdrag.