NJB 2017/1338
Aruba. Oproeping buitenlandse geïntimeerde. Toegang tot de rechter. Hoor en wederhoor. Hoge Raad: Indien de geïntimeerde niet in Aruba woon- of verblijfplaats heeft, maar van hem de woon- of verblijfplaats in het buitenland bekend is, en hij in hoger beroep niet verschijnt, dient het Gemeenschappelijk Hof ambtshalve te onderzoeken welke pogingen in het werk zijn gesteld om zoveel mogelijk te bevorderen dat de stukken geïntimeerde bereiken. De enkele vaststelling dat geïntimeerde per e-mailbericht op de hoogte is gesteld, volstaat niet. Zonder nadere motivering valt niet in te zien dat een oproeping voor het pleidooi ertoe zou hebben geleid dat geïntimeerde een redelijke mogelijkheid zou hebben gehad om een memorie van antwoord in te dienen
HR 09-06-2017, ECLI:NL:HR:2017:1059
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
9 juni 2017
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders, M.V. Polak, C.E. du Perron
- Zaaknummer
16/02087
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:1059, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 09‑06‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:233, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 31‑03‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 19‑04‑2016
- Wetingang
(art. 6, 13 EVRM; art. 14 IVBPR; art. 39 lid 1 Statuut voor het Koninkrijk; art. 1 lid 1, art. 15 Haags Betekeningsverdrag; art. 30 lid 2 Haags Rechtsvorderingsverdrag; art. 5, aanhef en onder 8°, art. 5a, 273, 284 Rv Aruba; art. 55 lid 1 Rv Nederland)
Essentie
Aruba. Oproeping buitenlandse geïntimeerde. Toegang tot de rechter. Hoor en wederhoor. Hoge Raad: Indien de geïntimeerde niet in Aruba woon- of verblijfplaats heeft, maar van hem de woon- of verblijfplaats in het buitenland bekend is, en hij in hoger beroep niet verschijnt, dient het Gemeenschappelijk Hof ambtshalve te onderzoeken welke pogingen in het werk zijn gesteld om zoveel mogelijk te bevorderen dat de stukken geïntimeerde bereiken. De enkele vaststelling dat geïntimeerde per e-mailbericht op de hoogte is gesteld, volstaat niet. Zonder nadere motivering valt niet in te zien dat een oproeping voor het pleidooi ertoe zou hebben geleid dat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.