7.6.4.2 De Deense benadering

In de Deense wetgeving, waarin een regeling omtrent grensoverschrijdende splitsing is opgenomen, zijn eveneens regels opgenomen ter bescherming van de vennootschapsrechtelijke medezeggenschap bij grensoverschrijdende splitsing. In het voorstel tot grensoverschrijdende splitsing moet informatie opgenomen zijn omtrent de procedures betreffende de betrokkenheid van werknemers bij de bepaling van hun rechten van vennootschapsrechtelijke medezeggenschap in de verkrijgende vennootschap (§ 292 lid 11 Danish Companies Act).

In § 318 Danish Companies Act is bepaald dat voor de werknemersmedezeggenschap bij grensoverschrijdende splitsing de regels van § 311 tot en met § 317 Danish Companies Act betreffende werknemersmedezeggenschap bij grensoverschrijdende fusie van overeenkomstige toepassing zijn, met de noodzakelijke aanpassingen voor grensoverschrijdende splitsing. Hiermee lijkt de Deense benadering enigszins op de Finse benadering.

Voor de Deense vennootschap die niet ophoudt te bestaan bij een grensoverschrijdende splitsing, geldt in beginsel § 140 Danish Companies Act. Op basis van § 140 Danish Companies Act geldt een vorm van vennootschapsrechtelijke medezeggenschap – voor door Deens recht beheerste vennootschappen – die gedurende drie jaren gemiddeld ten minste 35 werknemers in dienst hadden. De werknemers hebben in dat geval het recht leden van het toezichthoudend orgaan te kiezen, voor een aantal dat gelijk is aan de helft van het aantal leden van het bestuur. Geldt § 140 Danish Companies Act echter niet voor de door Deens recht beheerste vennootschap, dan zal, in de gevallen genoemd in artikel 16 Tiende richtlijn, onderhandeld moeten worden over de medezeggenschap in de door Deens recht beheerste vennootschap (§ 311 jo. § 140 Danish Companies Act). Een specifiek voor grensoverschrijdende splitsing uitgeschreven regeling ontbreekt in de Deense wetgeving.