Einde inhoudsopgave
Internationaal Verdrag inzake de voorbereiding op, de bestrijding van en de samenwerking bij olieverontreiniging
Artikel 3 Rampenplannen voor olieverontreiniging
Geldend
Geldend vanaf 13-05-1995
- Bronpublicatie:
30-11-1990, Trb. 1992, 1 (uitgifte: 03-01-1992, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
13-05-1995
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-01-1995, Trb. 1995, 40 (uitgifte: 27-01-1995, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Bijzondere onderwerpen
1
a.
Elke Partij verlangt dat schepen die gerechtigd zijn om onder haar vlag te varen, een rampenplan voor olieverontreiniging aan boord hebben, zoals voorgeschreven door en in overeenstemming met de bepalingen die de Organisatie daartoe heeft aangenomen.
b.
Een schip waarvan wordt verlangd dat het een rampenplan voor olieverontreiniging aan boord heeft overeenkomstig letter a, is tijdens zijn oponthoud in een haven of bij een offshore-terminal onder de rechtsmacht van een Partij onderworpen aan inspectie door daartoe door die Partij gemachtigde ambtenaren, zulks in overeenstemming met de praktijk op grond van bestaande internationale overeenkomsten of haar nationale wetgeving.
2.
Elke Partij verlangt dat exploitanten van offshore-installaties die onder haar rechtsmacht vallen, beschikken over rampenplannen voor olieverontreiniging, die zijn afgestemd op het in overeenstemming met artikel 6 ingestelde nationale systeem en goedgekeurd in overeenstemming met door de bevoegde nationale autoriteit vastgestelde procedures.
3.
Elke Partij verlangt dat de autoriteiten of exploitanten die verantwoordelijk zijn voor onder haar rechtsmacht vallende zeehavens en inrichtingen voor de overslag van olie waarvan zij meent dat deze daarvoor in aanmerking komen, beschikken over rampenplannen voor olieverontreiniging of soortgelijke regelingen die zijn afgestemd op het in overeenstemming met artikel 6 ingestelde nationale systeem en goedgekeurd in overeenstemming met door de bevoegde nationale autoriteit vastgestelde procedures.