NJB 2014/1587
Bij een boeteoplegging moet de minister aantonen dat betrokkene niet woont op zijn GBA-adres. Niet voldoende is dat slechts aannemelijk is gemaakt dat betrokkene niet op zijn GBA-adres woonde
CRvB 30-07-2014, ECLI:NL:CRVB:2014:2799
- Instantie
Centrale Raad van Beroep
- Datum
30 juli 2014
- Magistraten
Mrs. Brand, Bel, De Vries
- Zaaknummer
13-5729 WSF
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Sociale zekerheid kinderen en jongeren / Studiefinanciering
Bestuursprocesrecht / Algemeen
Onderwijsrecht / Bijzondere onderwerpen
- Brondocumenten
ECLI:NL:CRVB:2014:2799, Uitspraak, Centrale Raad van Beroep, 30‑07‑2014
- Wetingang
(Wsf 2000 art. 9.9)
Essentie
Bij een boeteoplegging moet de minister aantonen dat betrokkene niet woont op zijn GBA-adres. Niet voldoende is dat slechts aannemelijk is gemaakt dat betrokkene niet op zijn GBA-adres woonde
Uitspraak
(…)
Overwegingen
4.2.
De rechtbank is in de aangevallen uitspraak terecht tot het oordeel gekomen dat het bestreden besluit voor zover dat betrekking heeft op het besluit van 24 oktober 2012 in stand dient te worden gelaten. Op het eerste blad van laatstgenoemd besluit is vermeld dat de hoogte van de aan betrokkene toegekende studiefinanciering is gewijzigd en dat hij een bedrag van € 571,62 te veel heeft ontvangen, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.