Einde inhoudsopgave
Landsverordening omzetbelasting 1999 [Nderlandse Antillen]
Artikel 5 [Maatstaf van heffing]
Geldend
Geldend vanaf 08-03-1999
- Redactionele toelichting
De tekst van deze regeling, zoals deze luidde op 08-03-1999, is overgenomen uit Vakstudie Belastingen van de Koninkrijksdelen buiten Europa.
- Bronpublicatie:
01-03-1999, Publicatieblad Nederlandse Antillen 1999, 43 (uitgifte: 01-03-1999, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
08-03-1999
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-03-1999, Publicatieblad Nederlandse Antillen 1999, 43 (uitgifte: 01-03-1999, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Belastingen overzeese Koninkrijksdelen / Algemeen
1.
De belasting wordt berekend over de vergoeding.
2.
Door de ondernemer verschuldigde belastingen en andere heffingen, die aan de afnemer afzonderlijk in rekening worden gebracht, behoren niet tot de vergoeding.
3.
Voor zover de vergoeding niet of niet geheel uit een geldsom bestaat, wordt voor het bepalen van de verschuldigde belasting ingevolge deze landsverordening, de totale waarde van de tegenprestatie in het economisch verkeer aangemerkt als de vergoeding. Indien deze vergoeding, minder bedraagt dan de waarde in het economisch verkeer van de verrichte levering of verleende dienst, wordt de vergoeding voor het bepalen van de verschuldigde belasting ingevolge deze landsverordening gesteld op de waarde in het economisch verkeer.
4.
De vergoeding voor het bepalen van de verschuldigde belasting ingevolge deze landsverordening wordt ingeval van een levering als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdelen d en f, gesteld op het bedrag, de omzetbelasting niet daaronder begrepen, dat voor de goederen zou worden ontvangen, indien deze op het tijdstip van de levering zouden worden aangeschaft of voortgebracht in de toestand waarin zij zich op dat tijdstip bevinden.