RvdW 2015/964
Voorwaarde raadsheer-commissaris dat verdediging op voorhand vragen aan getuige overlegt is onjuist.
HR 01-09-2015, ECLI:NL:HR:2015:2451
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
1 september 2015
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, H.A.G. Splinter-van Kan, Y. Buruma, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
14/01151
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:2451, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 01‑09‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:1498, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑06‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 15‑05‑2013
- Wetingang
Essentie
Raadsheer-commissaris heeft een door het hof opgedragen getuigenverhoor niet doen plaatsvinden omdat de verdediging geen gevolg had gegeven aan het verzoek een lijst van door de verdediging te stellen vragen op voorhand aan de raadsheer-commissaris te verstrekken. De afwijzing van het vervolgens ter zitting gedane verzoek tot het horen van deze getuigen met de overweging dat de verdediging geen gebruik heeft willen maken van de gelegenheid de getuigen te horen, geeft blijk van een onjuiste rechtsopvatting. De raadsheer-commissaris mocht het laten plaatsvinden van het verhoor niet afhankelijk stellen van deze voorwaarde.
Partij(en)
Arrest op het beroep in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.